Biekorf. Jaargang 107
(2007)– [tijdschrift] Biekorf–
[pagina 184]
| |
Fabrikanten van gemaakte bloemen
| |
[pagina 185]
| |
![]() | |
[pagina 186]
| |
Marie Garemijn, Grauwwerkersstraat E3/57 betaalde patent als kunstbloemmaakster
Op dit laatste adres wordt voor de jaren 1835-1840 in deze patentregisters telkens de weduwe Jh. Rese (ook soms ‘wed. Derese’) opgegeven met als beroepen: ‘leescabinet, kunstbloemmaakster en winkelierster’. Vanaf 1841 duikt de naam Garemijn opnieuw op, maar dan afwisselend met als voornaam Marie of Isabelle, die naast kunstbloemenmaakster ook als winkelierster patentbelasting betaalde. Marie Garemijn was de tante van Isabelle. In die periode werkten ook nog een nicht, Henriette Garemijn, en een stiefbroer Jospeh Staffijn mee in deze ‘fabriek van kunstbloemen’. In 1851 verhuizen de Garemijns naar de Steenstraat C2/15 waar ze hun handel voortzetten. Het Steinmetzkabinet (Musea Brugge) bezit een mooie porseleinkaart van deze Fabrique de Fleurs Artificielles van mevrouw Garemijn in de Grauwwerkersstraat (zie afbeelding). Deze lithografische reclamekaart is gedrukt door Ed. DaveluyGa naar voetnoot(2).
Een ander frequent opduikende naam in onze steekproef was deze van Elisa Bulcke. In 1856 nam ze de zaak van kunstbloemen over van de Weduwe Putseys in de Geldmuntstraat D21/36. In datzelfde jaar kreeg ze toestemming van het stadsbestuur om een uithangbord bestaande uit een roos in plaaster aan haar gevel aan te brengenGa naar voetnoot(3). Zij betaalde patentrecht voor het maken van kunstbloemen en als koopvrouw in kanten.
We kunnen dus stellen dat het maken van kunstbloemen veelal gecombineerd werd met andere beroepen (voornamelijk winkelier) en hoofdzakelijk beoefend werd door vrouwen. Op dit laatste zijn er dus uitzonderingen zoals de eerder geciteerde Alexander Lemesureur. Een ander mannelijk voorbeeld vonden we terug in de lijst van de aanvragen voor een uithangbord. In 1895 wordt de aanvraag van de gebroeders Cohen goedgekeurd om het uithangbord ‘Fabrique de Fleurs Cohen Frères’ aan hun winkel in de Steenstraat (toen nr. 62) te bevestigenGa naar voetnoot(4). Jan D'hondt |
|