Biekorf. Jaargang 106

[p. 299]

Vraagwinkel

Gedicht in het kraaienkapelletje in Gistel

In het kraaienkapelltje in de abdij Ten Putte in Gistel hangen er vier stenen muurtabletten waar in gedichten van telkens 36 verzen het leven van de H. Godelieve verteld wordt, samen dus 144 verzen.

Wie was de auteur van deze verzen?

G.N.

Het ambacht van de saeftmakers

In 1428 wordt er iemand uit Delft poorter van de stad Brugge omme bevryt te sine ende te doene tambocht vanden saeftsmakers (R. Parmentier, Indices...., dl. I, blz. 7).

Welk ambacht was dat en wat was precies het beroep van deze nieuwe poorter?

C.N.

Borghe, weddinghe en stedekiesinghe

In de wezenboeken werd het aandel van de wezen in de nalatenschap van de overleden ouder(s) vastgelegd. De opbrengst/ het vruchtgebruik van deze goederen kwam toe aan wie de houdenisse over de wezen kreeg toebedeeld. Dit gebeurde bijna steeds onder borgstelling. In de 16de-eeuwse wezenboeken van Brugge wordt dan gezegd dat er borghe, weddinghe ende stedekiesinghe wordt gedaan op een welbepaalde plaats (bijna steeds is dit een brug in de binnenstad).

Wat hielden deze handelingen precies in? Van waar de optie om deze transacties op een brug te laten plaatsvinden? En wie voerde die borghe, weddinghe en stedekiesinghe uit: de borg, houder (houdighe), voogd of nog iemand anders uit de kring van de vrienden ende maghen?

Ludo Vandamme

Polders in vorstelijk domein tussen Brugge en Sluis

In 1554 verkocht Brugge renten aan haar burgers om de hoogst dringende oorlogsuitgaven van Karel V te financieren. Karel kwam de rentenkopers tegemoet door een uitgebreide borgstelling, bestaande uit verschillende onderdelen van het vorstelijk domein tussen Brugge en Sluis. Daar behoorde toe (oktrooi 10 augustus 1554): land in de Speytins polder, onservrouwe poldre overlanc verdolven inde vaert, Godsvliet polder bij Mude, Robe Moreel polder, Jans asse polder, Appelaer polder, Gheerolfs polder, Jan de drooghens polder en Gheerbrandts polder.

Waar kunnen deze poldertjes precies worden gelokaliseerd en door wie en wanneer werden ze drooggelegd?

L. V

[p. 300]

Visrecht in de Mandel

Langs beide oevers van de Mandel werd er, en dit reeds sinds oude tijden, door diverse eigenaars, visrecht uitgeoefend. Het lijkt er naar dat, zeker op sommige plaatsen, dit recht van feodale oorsprong was.

Bestaan er gegevens over dit recht om te vissen in de Mandel? Wie waren de houders van visrecht in deze rivier? Waar zijn er archivarische details (o.m. met kaarten) te vinden over het visrecht in de Mandel?

O.P.

Engels leer

Voor 1940 droegen veel landse werklieden een broek in Engels leer (leder). Dit was een grijsgekleurde wollen (of katoenen?) stof, die lichtjes gestreept was en nogal zwaar, zodat het 's winters warm aanvoelde.

Welke stof was dat eigenlijk en waarom droeg ze de naam Engels leer?

K.V.H

Getimbreerde kaartspelen

In 1798 legden de Fransen een belasting op de kaartspelen. Ieder kaartspel moest ‘getimbreerd’ zijn en een stempel of timbre dragen tot bewijs dat deze belasting vereffend was.

Zijn er dergelijke kaartspelen ergens in musea of privé-collecties bewaard?

A.B.

De eerste straatnaamborden

Sinds wanneer is men in onze streken begonnen met (houten?) straatnaamborden te plaatsen? Wellicht eerst in de steden en pas daarna in de dorpen?

L.V.A.

Charles Tack d'Ypres

Een exemplaar van kanunnik J. Davids Manuel de l'histoire de Belgique (Leuven, 1853; 5de editie) draagt op de titelpagina het bezitsmerk van Charles Tack: Charles Tack d'Ypres au collège de Poperinghe l'annee 1855, petite figure. Tack was een vlijtige leerling die zijn exemplaar uitvoerig annoteerde. Daarenboven had hij ook een bibliofiele smaak. Dit boek steekt immers in een halflederen band, met op de rug in gouddruk A CHARLES TACK. Wat is er van deze collegeleerling geworden en zijn er nog boeken uit zijn bibliotheek bekend?

L.V.