Reuzen en reuzinnen in de vergeethoek?
In 1956 telde René Meurant, de bekende en verdienstelijke Waalse volkskundige (1905-1977), niet minder dan 41 reuzen in onze provincie. Reuzen waren ‘de’ hobby van R. Meurant en hij heeft aan dit onderwerp meer dan één studie gewijd.
Meestal was de stad of de gemeente waar hij een reus aantrof eigenlijk voorzien van twee reuzenn, nl. een man en een vrouw of een broer en een zus. En soms had de reuzenfamilie zelfs één of meer reuzenkinderen.
Deze enquête verscheen in Annuaire de la Commission nationale belge de Folklore (deel IX, 1956, Brussel 1959, blz. 57-90). De voorgebrachte studie was vergezeld van kaarten per provincie, waar alle localiteiten met één of meer reuzen op aangemerkt stonden.
Sindsdien is er van het ‘front’ der reuzen in de folklore maar weinig nieuws meer vernomen. Niettemin hebben wij de indruk dat het aantal reuzen en reuzinnen niet uitsterft, maar nog verder aangroeit en stijgt. Maar de studies over dit boeiend facet van ons volksleven houden geen gelijk tred met de realiteit op dit stuk.
De reuzengebieden waar reuzen en reuzinnen veelvuldig voorkomen zijn vooral Frans-Vlaanderen, West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen. Het woret tijd dat de studies van R. Meurant weer opgenomen en geactualiseerd worden en dat nieuw onderzoek dit boeiend aspect van de Vlaamse folklore weer passend in de kijker zet.
A.B.