Een nieuwe soort vlaamse rogge
Rogge was vroeger in de Vlaamse zandstreek de meest geteelde graansoort. Het steeds maar uitzaaien van dezelfde oude roggevariëteiten op dezelfde stukken land bracht mee dat er op de duur een soort inteelt voorkwam, zodat de oogsten in opbrengst verminderden.
Om dit euvel te ondervangen, begon men meer nauwlettend toe te zien op het zaaizaad. In de streek van Eeklo werd er een nieuwe soort rogge aangekweekt die ontstond door een natuurlijke selectie van het zaaigraan. Jarenlang werden de schoonste en dikste roggearen uitgekozen en de middelste en grootste roggekorrels uit de aren gesneden en bewaard als zaaigraan voor het volgende jaar. Het resultaat gaf grote voldoening.
De Verbeterde van Eeklo, zoals men de nieuwe rogge heette, haalde inzake oogstcijfers de beste opbrengsten. Omdat de schoonste en de beste aren uitgeknipt werden, ging men die roggekorrels kniprogge noemen.
Kniprogge werd ondermeer uitgeprobeerd in proefvelden van rogge in Wielsbeke en omgeving. Vele buitenlandse en vreemde roggevariëteiten concurreerden met de Verbeterde van Eeklo. In 1914 was die van Eeklo zo goed aan onze grond aangepast, dat ze in de Vlaamse zandstreek de rijkste oogsten gaf en ook het meest verspreid was.
Het knippen van de roggekorrels uit schone aren was geen Vlaamse uitvinding, maar was eigenlijk afgekeken van Engelse agronomen, nl. Hallet (uit Brighton, Zuid-Engeland) en Patrick Shireff (uit Haddington, Schotland), die met hun selectieproefnemingen gestart waren in 1857. Op dezelfde wijze waren ze ook begonnen met tarweselectie.
Bij ons werd vaak Eeklose rogge verkocht die niets anders was dan rogge die door ‘den trieur’ gedraaid was en waaruit de dikste korrels gezift werden. Dit bedrog, alsmede het feit dat de roggeteelt na de tweede wereldoorlog teniet ging, bracht mee dat de Eeklose kniprogge nu helemaal vergeten is.
L.V.A.