De founding fathers van de Brugse stadsbibliotheek
Met een bijzonder esthetisch aandoende tentoonstelling viert Brugge het 200-jarig bestaan van een heuse stadsbibliotheek. De titel die goed in de oren klinkt bedoelt eigenlijk een overzicht te brengen van de zo ruineuze periode waarin Van Praet, Edwards, Scourion na mekaar en in het buitenland poogden een collectie bijéén te houden of te verzamelen die ten dienste van het algemeen nut de roem van hun vaderstad zou uitdragen, net als de ‘primitieven’ dit straks moesten doen. In een merkwaardig knap geschreven toelichting-directer dan de Emulatie deed bij haar 150 jaar bestaan-worden de achtergronden toegelicht en de contouren van een stad die in de brand van de revolutie via de gebouwen van de Duinenabdij, daarna in het stadhuis, zelf een collectie wist te presenteren louter ontstaan uit de passie van een luttel aantal ‘geleerden’. Waardoor tot vandaag die bibliotheek toevluchtsoord kon blijven voor de binnen- en buitenlandse ‘geleerdheid’.
Met bijdragen van L. Vandamme, L. Van Biervliet, A. Vanden Abeele. Een bijzonder waardevol orientatiepunt. Uitg. Vande Wiele, 2004, 96 blzn. Straks aangevuld met de ‘Inventaris van 270 veilingen te Brugge, 1750-1810, een werkstuk van Pierre De Laey; en wellicht daarna een studie over de verzameling Van Huerne.
A.D.