Esen in 1818
De gemeente Esen bij Diksmuide zond in 1818 haar aangifte naar de gouverneur in Brugge en berichtte dat de oppervlakte 1837 ha bedroeg (1374 ha bouwland en 462 ha weiden). Het aantal inwoners was 1640. Het dorpscentrum telde 200 zielen, de gehuchten het Hooglandeken en het Roggeveld elk 40. Verspreid over de ganse gemeente waren er dan nog 1300 inwoners (RAB., Modern Archief, 1e reeks, nr. 2194).
Niet zonder fierheid meldde het gemeentebestuur dat de parochie Esen in oude tijden, vóór de 13de eeuw, veel groter was et la ville de Dixmude ne fut à cette époque qu'un hameau dépendant de la commune d'Eessen.
Langs de weg naar Diksmuide stond er een kapel appartenant à un particulier, comme ayant été vendue sous le gouvernement français. Bedoeld wordt de kapel van Onze-Lieve-Vrouw ter Hulpe, die als nationaal goed verkocht werd door de Fransen. Deze ruime kapel staat nog steeds halfweg tussen Diksmuide en Esen.
Esenkapelle kende nadien nog een bewogen geschiedenis. In de Hollandse tijd werd ze zelfs gesloten in 1826, maar in 1830 terug geopend. Uiteindelijk kwam ze terug in het bezit van een openbare instantie, zoals het was vóór de Franse Tijd. De toenmalige eigenaar stond ze in 1863 af aan de kerkfabriek van Esen (E. Schoutens, Maria's Vlaanderen, 1890, blz. 186-188). Vernield in de oorlog 1914-18 werd ze terug opgebouwd.
A.B.