Cornelis Despars, † 26 febr. 1537 n.s.
Wanneer Cornelis overleed werden jonker Jacob Despars († 1558) en Marc dele Flije († 1549) als voogden over de onbejaerde kinderen aangesteld. Samen met de weduwe, Catharina Strabant, beslisten zij te zulcken prijze als voochden ende weduwe oncostelicst zullen vinden drie schepen, waar Cornelis blijkbaar zijn Cie. Despars mee aanvoerde, te verkopen, 18 maart 1538. Zo bezat hij 3/15 van het meer dan 300 vaten grote schip Sint Donaes; een tweede groot schip de Sint-Jacob, 350 vaten, nu in Andolozije ofte den ghewesten daer omtrent; en 1/3 van een cleen sceipkine Sint Anne; dit laatste gaat naar Jan de Crooc voor 40£. Cornelis bewoonde een huis in de cleene cuperstraete (Register Klerken van de Vierschaar, P. De Smet, A, 469, 493-494). Zo blijkt ook dat Glaude de Bruecq resideert in Lisseboene wanneer zijn broer Jan sterf te Brugge in april 1538 (Ibid.. 500).
A.D.