De oude Godelieveabdij van Gistel in 1818
In zijn antwoord aan de gouverneur deelde de burgemeester van Gistel in 1818 ook iets mee over de voormalige Godelieveabdij, die in de Geuzentijd door de zusters verlaten werd, voor een nieuwe vestiging in Brugge (einde 16de eeuw).
De burgemeester was niet goed op de hoogte van de vroegere historie van de abdij in zijn stad, want hij schrijft dat les religieuses ont habité ce couvent jusqu 'en 1685, époque à laquelle elles se sont établies dans la ville de Bruges. Hij vergist zich dus van een eeuw.
Des te merkwaardiger evenwel is zijn mededeling over de toestand in 1818. Hij schrijft immers woordelijk: L'église du couvent où l'on célébrait la Messe et particulièrement pendant le mois de juillet chaque année jusqu'à l'époque de l'entrée des français dans cepays (d.i. ca. 1794), existe encore dans ce moment ci, et porte le nom de Chapelle de Sainte Godelieve. Il y a continuellement un grand concours de monde qui vont par dévotion visiter cette chapelle, mais principalement dans le courant du mois de juillet, époque de l'anniversaire de lapréditepatrone de Ghistelles.
Deze mededeling laat vermoeden dat onafgebroken vanaf de geuzentijd tot op het moment dat de abdij weer door zusters bewoond was (einde 19de eeuw) deze site een drukbezochte bedevaartplaats gebleven is (Rijksarchief Brugge, Modern Archief, nr. 2192).
A.B.
Ruines van de St.-Godelieveabdij te Gistel in 1813-14 door Seraften Vermote.