Biekorf. Jaargang 103
(2003)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermdVastenconferenties 1515-1537Tijdens de vasten - comme on fait à Paris en ce caresme 1410 - werden in St.-Donaas op stadskosten telkens bedelmonniken aangetrokken instruerende den inzetenen deser stede van goeden goddelicken leeringhe ter salighede van elken (1515)(fol. 107v). Op dezelfde manier betaalt Sint-Donaas dan zelf, op het feest van de patroonheilige, een concionator - een befaamd rhetor - om het volk te verhalen de vita et miraculis sancti donatiani, ca. 14 oktober, ofwel trok de collegiale, telkens processie-generaal werd gelopen, opnieuw, in 1520 carmers en augustijnen, in 1525 predicaren ende fremineuren, aan; in 1519 een augustijn om op goede vrijdag in het scepenhuus het sermoen te houden. De sermoenen in de vasten, steevast in walsche, in fransoische tonen duidelijk aan hoe uitverkoren de parochianen van St.-Donaas waren. Een kleine lijst van de predikanten: 1515 (fol. 105v) broeder Jan de Meyere, docteur in de godheyt; 1518 (fol. 128) broeder Oste Drumez, docteur van de predicaren; 1519 wellicht broeder Jan Robijn van de carmers; 1520 (fol. 130) broeder Jan Mockaert, leesmeestre vanden predicaren; 1521 (fol. 134) den bisschop van Sarepten Nicolas de Bureau die op het feest van Augustinus 28 augustus, het beschuldigend sermoen tegen Erasmus en het humanisme produceerde. Tussen 1522 en 1528 vinden we geen namen; in 1529 (fol. 1 lv) broeder Jan Woerrier, doctuer in theologie; 1530 (fol. 115) eenen religieux vanden Carmers, wellicht Symoen Walloys die 2 jaar later ten docteurscepe werd toegelaten; 1531 broeder Jacob Maillet, docteur in theologie; 1532 (fol. 107) broeder Franssoys Verdiems; 1533 broeder Loys de Volo, bachelier in theologie; 1537 (fol. 83v) broeder Jaques de Latre. Het gaat dus telkens om bedelmonniken hoewel het opvallend is dat de pastor laicorum van St.-Donaas, op 30 juni 1530 bv. werd Hieronymus Clichthove, licentiaat in de theologie, die kapelaan was in de Walburgakerk, hiertoe benoemd door de proost - hier nergens optrad. Het ereloon voor die dagelijkse vastensermoenen bedroeg tussen de 1 en 2 pond par., voor 40 dagen dusGa naar voetnoot(1). In de 14de eeuw, bv. Stadsrekening 1381-83, kregen afwisselend de Caermers en den freren uitbetaling over dat zij messe doen up scepenenhuus van eenen jare, xx s. gr. en 6 £ gr. (fol. 160, 165). Wellicht staat dit in verband met hun gemeenschappelijk optreden tegenover of binnen de stad sinds 1377? A. Dewitte |
|