Peter Smidts de Brugse Vondel
Peter Smidts (Antwerpen 1660-Brugge 1712), zoon van een uit Bohemen ingeweken koopman, werd als vijftienjarige knaap verliefd op de Brugse Joanna Robinson toen die met haar ouders in de Scheldestad op bezoek was. Het meisje stamde af van een zwager van Thomas Wenthworth, graaf van Stafford en onderkoning van Ierland, die als katholiek is onthoofd te Londen (12 mei 1641).
Peter was nauwelijks achttien toen hij met Joanna trouwde, en moest nog beginnen met zijn medische studies. Die studies rondde hij op 11 november 1682 te Leuven af als licentiaat in de medicijnen.
Van hem zijn twee treurspelen bekend: Eustachius en De doodt van Boëtius. Dit laatstgenoemd werk verscheen te Brugge in 1699. Ditzelfde jaar is ook een verkorte versie gedrukt, die in 1743 is herdrukt door de zorgen van de Bruggeling Livinus Verkruyssen.
De oorspronkelijke Boëtius-tekst (met vermelding, in margine, van de geschrapte fragmenten uit de kortere versie) is thans heruitgegeven in de reeks Cahiers van het Studiecentrum 18de-eeuwse Zuid-Nederlandse Letterkunde o.l.v. Prof. Dr. J. Smeyers. De Noorse neerlandicus K. Langvik-Johannessen brengt in zijn inleiding interessante biografische gegevens bijeen, en maakt ondermeer ook duidelijk hoezeer Smidts met een literair treurspel zoals Boëtius het epitheton ‘de Brugse Vondel’ (hem door stadgenoot Jan Droomers toegezwaaid) verdient.
Het had misschien ook de moeite geloond om mogelijke relaties op te sporen met de marteldood van de boven genoemde voorvader van Smidts' vrouw. Maar dit zal wel niet zo'n vanzelfsprekende onderneming zijn als op het eerste gezicht kan lijken, om de eenvoudige reden dat de 17de-18ste eeuwse dramaturgie precies van martelaarsspelen barst, alsook van drama's die zich afspelen in vorstelijke paleizen. Toen zoals nu was het kijkpubliek verlekkerd op het lijden van machtigen en rijken.
J.H.
Peter SMIDTS. De doodt van Boëtius of den verdrukten raeds-heer. Inl. K. LANGVIK-JOHANNESSEN. Woord- en tekstverklaring W. WATERSCHOOT. Twee dln. (XV+82 en 119 blz.) 850 fr. op het nummer 431-2017069-21 van Cahiers XVIIIde Eeuw.