Biekorf. Jaargang 101
(2001)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 282]
| |
Enkele vragen bij paarwoorden uit oude tekstenBiekorf heeft steeds veel aandacht geschonken aan taal. De Kleine Verscheidenheden van A. Viaene, gevolgd door de Bouwstoffen van A. Dewitte, halen merkwaardige termen uit oude bronnen, en het levende taalgebruik vond beschrijvingen bij L. Devloo, M. Vermeulen en vooral K. de Busschere, die alle in het vakgebied een hoge waardering genietenGa naar voetnoot(1). Van die laatste verschenen onder meer een aantal reeksen paarwoorden in de jaargangen 1980-1982.
Ook in juridische teksten uit het Ancien Régime kom je heel vaak meerdere termen tegen, die aan die paarwoorden doen denken. Soms zijn ze als een soort synoniem te beschouwen, en hebben ze een quasi-gelijkaardige betekenis. Het is er de scribent dan doorgaans om te doen door middel van een aantal min of meer andere omschrijvingen voor soortgelijke toestanden een zo volledig mogelijke juridische ‘dekking’ van allerlei uiteenlopende toepassingen te geven. Zo betekenen ‘gemeenschap’ en ‘hanze’ tussen twee steden in een tekst die het over issuwerechten heeft, eigenlijk net hetzelfde, of worden keuren, statuten, ordonnanciën, costuimen, wetten enz. als termen na elkaar opgesomd om - spijt de nuances en verschillen die er wel degelijk tussen deze rechtsregels bestaan - gewoon uit te drukken dat alle mogelijke juridisch-normatieve teksten en gewoonten bedoeld worden.
Recent werd onze aandacht gevestigd op het feit dat een aantal van deze ‘synoniemen’ of ‘paarwoorden’ opvallend vaak een woord van Germaanse herkomst naast een woord van Romaanse origine zetten. De volgende vrij willekeurige voorbeelden uit enkele archiefteksten in het Veurnse Stadsarchief hebben betrekking op zowel lokale als regionale overheden, en tonen aan dat dit gebruik eeuwen lang en in een zeer ruime context bestond (tussen haakjes de datum): ‘dat niemene preiudicie noch scade ne doe’ (ca. 1335), ‘in dusdanec maniere ende condicie’, ‘der in te wone ende te habiterne’ en ‘by rampe of by meskieve’ (1353), ‘(een rente is) beset ende gheassigneirt’ en ‘alle paijementen ende achterstellen’ (1398), ‘also (een rentebrief) verclaerst ende meincioen maect’ (1399), ‘uut vullen betrauwene ende te goeder loyaelheit’, ‘macht ende auctoriteit’, of ‘boeten ende calaengen’ (1428), ‘inwonende ende habitanten’, ‘portie ende andeel’, ‘gheconsenteert ende ghewillecuert’, ‘constrainguisende | |
[pagina 283]
| |
ende bedwinghende’, ‘goede rekeninghe ende soufissant bewys’ (1440), ‘faute of ghebrech’, ‘hoijrs ende naercommers’ (1500), ‘infringierende ende brekende... de wettelycke handt’ (1515), ‘(iemand) conveniren ende betrecken (voor de wet)’ (1522), ‘vesten ende rampaerden’ en ‘of ghebroken ende ghedemolieirt’ (1548), ‘(men) houdt ende useert’, ‘verbonden ende verobligiert zyn’ en ‘gheroyeert en de ontsleghen’ (1560), ‘verleent ende gheconsenteert’ (1577), ‘concepte ende patroon’, en ‘te furnieren ende up te bringhen’ (1579), ‘langhe ende continuele’ (1611)...
Wie enigszins met archiefteksten vertrouwd is, zullen soortgelijke uitdrukkingen vertrouwd in de oren klinken. Ongetwijfeld kan hij of zij ze zelfs gemakkelijk aanvullen met nog tal van andere voorbeelden.
Er moet opgemerkt worden dat het niet steeds gaat om voor honderd procent echt gelijke betekenissen. Zo bevat het bovenstaande lijstje een aantal voorbeelden, waar de twee termen niet geheel en al hetzelfde betekenen of een nuanceverschil (kunnen) inhouden. Het ‘langhe’ in het laatste citaat, dat in het kader van een issuwebetwisting gebruikt wordt, verwijst bijvoorbeeld enkel naar de hoeveelheid tijd, de tijdsduur, terwijl het ‘continuele’ belangrijker is omdat het wil aangeven dat de man, waarover het stuk gaat, onafgebroken een bepaalde plaats bewoond heeft.
Wat ons hier echter frappeert, is de vaststelling dat blijkbaar toch heel vaak Romaanse en Germaanse woorden naast elkaar gebruikt worden. Is dit fenomeen al eerder bestudeerd? En bestaat er hier een verklaring voor?
J. Van Acker |
|