De broederscepe ter werdicheit ende love Gods ende principalic vanden heleghen arcangel Sinte Michiel, Brugge 1456.Voor het eerst vermeld in 1444 werd tot nog aangenomen dat de broederscepe pas in 1521 garanties voor de werking verkreeg. De Civiele Sententies 1453-1460, fol. 144v zeggen echter duidelijk dat gezien in aug. 1456 meesters ende provosten hemlieden gheneeren met scole te houdene vanden langhen ende corten zweerden ende andere consten deran clevende, het aangewezen is dat deze aansluiten bij de reeds bestaande meesters ende proosten, en een ordonnantie uitwerken omme tonderhouden van eenen broederscepe, wat dan doorgaat op 28 augustus 1456. Er wordt beslist dat, op een boete van 20 lb. par. niement en zal gheorloven eeneghe scole vander vorseide const binnen Brugge te houden dan ‘wie ghezworne meester ende provost int voorseide broederscap zal wesen ontfanghen. Dat niemant meester of provost vander voorseide conste kan zijn ten ware dat hij over zulc bekent ware als vulleert, binnen Brugge, ofte dat hij van zinen meesterscepe of provostscepe bewijzen voorlegt van de plaetsen, daer men meester of provosten gheploghen heift te makene. Dat niement den anderen zine leeringhe ontrecke, dan 4 sc. gr. de maent. Dat, als vanden verborghene consten, te wetene ghewapent te vechtene met haecsen ende andersins,... dat elken leerlinghen zal moghen nemen dies hem ghebueren zoude moghen. Dat van nu af niemand meester of provost kan worden, hij en ware gheprouft bij den ghuene die deken vande voorseide broederscap wesen sal’. Het is wel niet geoorloofd school te houden ‘up de viere hoochtiden(1) binden jare, up alle onzevrauwendaghe, sacramentsdaghe, assensioensdaghe, nieudaghe, dertiendaghe ende alle andere aposteldaghe’, een 20-tal keer dus, ‘noch ooc voor de noene van eenighen zondaghen ofte eenighe andre heleghe ghebodene mesdaghen’, feestdagen, nog een 20-tal keer dus.
A. Dewitte |
|