Een kanaal voor Roeselare
In de Franse Tijd reeds vroeg Roeselare om een bevaarbaar kanaal. In de eerste plaats dacht men aan de kanalisatie van de Mandel, een aangelegenheid waarover er al in de 16de eeuw plannen bestonden.
Maar de verzuchtingen van het handelsgerede Roeselare gingen veel verder. In het jaar VII van de Franse Republiek schreef het stadsbestuur naar het Hoofdbestuur van het Leiedepartement dat er een verbinding te water moest komen van de Leie naar Roeselare, die best zou uitkomen in Sint-Eloois-Vijve, drie mijlen van Roeselare. Eenmaal dit verwezenlijkt kon er dan van Roeselare naar Handzame een kanaal gegraven worden, twee mijlen ver. Er werd blijkbaar gerekend op de bevaarbaarheid van de Handzamevaart die toen nog iets betekende op economisch gebied.
Zo zou Roeselare een verbinding hebben met Nieuwpoort, Gent, Brussel, Antwerpen, Doornik, Kortrijk, Brugge, Oostende, Duinkerke, enz. (Rijksarchief Brugge, Frans Archief, nr. 1066).
Roeselare zag het allemaal wel wat groot. De kanalisatie van de Mandel, of beter het kanaal van Roeselare naar Ooigem, is er pas gekomen in 1872 en de plannen van een waterweg naar Handzame of Diksmuide bleven steken in de kartons.
L.V.A.