Biekorf. Jaargang 98
(1998)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 192]
| |
Het register Anthuenis en Roelant de BaenstIeper 29 nov. 1303, dag van quaede fortune
Een 15de eeuws register Roelant de Baenst, Hs. 442 1480 van de Brugse StadsbibliotheekGa naar voetnoot(1) bergt een reeks historische aantekeningen 1302-1480 waarvan de taal soms dicht bij het Frans is gebleven, wat eventueel een aanduiding kan zijn van de bron die door de copiist werd gebruikt. Wij citeren een paar prominente voorbeelden van historieschrijven:
fol. 135 Int jaer XIIIc drije ghebuerde een beroerte ende uploop bijnnen ijpere, in welcke beroerte doot ghesleghen waren neghen schepenen, dewelcke begraven waren tsinte maertins inde kerke, zuudt vander voorkerke, ende ligghen neffens malckander, ende hebben elck een sepulture van ghelijcker soerte. Ende den dach van huerlieder quaede fortune was up sinte andries aevent. Ende waren eerst begraven zom ten freren ende ten carmers, ende anno X daer naer warense ontgraven ende ghetranslateert inde kerke als boven. Het betrof Andries vande Velde, Michiel Paeldinc, Francois de Beer, Niclaeijs Peltenier, Jan Cappoen, Jacob Bardouc, Jan Peter, Berthelmeeus Morins en Niclaeijs van Loo zegt de tekst verder en dat op 5 mei 1303 twaalf personen ‘culpable bevonden (werden) inde doot van dese... ende al ghevanghen ende bijder vonnesse vanden vier steden ende consente vanden graefschepe waren alle ghedoot’. Ste Andries-aevent is 29 november.
Brugge 1412 den schalcken vont vande caeilliote, dat schalcke calfzvel.
Op dezelfde manier verdwenen, bij de dood van Filips in 1404 en Margarita, het jaar erop, hun vertrouwelingen te Brugge:
Fol. 187: Jan Camphin, Jan Hoonin, Claeys BarbasaenGa naar voetnoot(2), Zeeghere Vande Walle, Gheeraert van Sint Omaers, Victor van Leffinghe: voorgaande hadden in Brugghe ghesin zes zeere notable mannen in huerlieder tijt. Zij werden 1408 vervangen door Jan Biese, Claeys de Zoutere, Lievin de Schuetelare en Jan Bortoen... Zij hadden den schalcken vont vande caeilliote up te zetten ghevonden doch toen het ambachtenleger terug van Vermandois, veertien dagen bij Sint-Andries bleef liggen, werden zij uit hun ambt gezet en het calfvel afgeschaft, in maart 1412 het maandgeld opnieuw ingevoerd en de caeilliote, culiote, heffing van 2 gr. op elke hoet koren, zonder goedkeuring door de ambachten, ongedaan gemaakt. | |
[pagina 193]
| |
Voorafgaand waren bij troebelen te Brugge toen het groot kasteel te Sluis werd georganiseerd om een landing van de Engelsen afte houden in 1386 ‘heymelicken doot ghesleghen veel fransoysen ende bretoenen ende den hertoghe van Berry, Philips le Hardy broeder, was zoe ghesleghen ende ghewont up scarmersbrugghe dat hij moeste dalen van zijnen peerde ontrent sinte maertinsmesse int jaer als boven (fol. 176)’. Een prelude duidelijk op het slaan, in 1437, van den Here van LelidamGa naar voetnoot(3). Zo was ook Lamsin Tolnare in 1323 ghesleghen ghevonden by zijnder sepulture tsinte woubrughe in Brugghe ende hadde gheweest een vander meeste regierders in zijnen tijt (fol. 139v.)’Ga naar voetnoot(4).
A. Dewitte |
|