Rederijkersgilde in Kortemark 1700
Op 15 augustus 1700 verscheen er in de Kamer van de H. Geest te Brugge ene Gillis de Bruyne als ghedeputeerde van de rethorycke ghilde den H. Gheest tot Cortemarck onder den tytel van seeghbaere herten.
De Bruyne kwam namens zijn gilde vragen om approbatie tot het spelen van seker tonneel spel dat weldra in Kortemark opgevoerd zou worden. De titel van het spel was van Florentius ende Diana. De dertien bestuurders van de Brugse kamer werden verzocht na te gaan als dat het niet strydende was teghen de seegbaerheydt ende placaeten vanden Coninck (Stadsarchief, Brugge, Kamer van de Heilige Geest, nr. 2, f. 93).
Tot op heden is ons geen rederijkerskamer in Kortemark bekend. De Kamer van Kortemark beschouwde dus de Kamer van Brugge als ‘hoofdkamer’. Eigenaardig is ook dat de Kortemarkse rederijkers hun gilde dezelfde naam hadden gegeven als de Zeegbare Herten in Roeselare.
L.V.A.