Scriptorium in de abdij van Zonnebeke
De aanwezigheid van incunabels en handschriften in de abdij van Zonnebeke (Monasticon, dl. III, 1974, blz. 857) deed de vraag rijzen of deze abdij beschikte over een scriptorium. Een handschrift van ene Jacques Tayaert uit 1473, bewaard in de Brugse stadsbibliotheek, zou van deze augustijnerabdij afkomstig zijn en er wellicht gemaakt zijn ook.
De kerkrekening van Moorslede over 1510-1511 vermeldt dat Daniel, monnik van Zonnebeke, betaald werd van twee boucken te scrivene. Hij kreeg hiervoor 19 pond 4 sc. par. (rek. in privébezit).
In die jaren was er inderdaad een monnik met name Daniel de Meulenaere in de abdij van Zonnebeke, en wel in de jaren 1517-1519 en 1535 (V. Pil, Zonnebeke, heerlijk verleden en zonnige toekomst, 1962, blz. 55 en 58). Het zal deze Daniel zijn die een handschrift gereed maakte voor de kerk van Moorslede.
We mogen daarom nu dus met zekerheid zeggen dat de abdij van Zonnebeke inderdaad beschikte over een scriptorium. Daar is evenwel uiterst weinig bewaard van gebleven. Tot hiertoe zouden enkel twee handschriften uit de Brugse stadsbibliotheek uit Zonnebeke komen.
A.B.