Biekorf. Jaargang 97
(1997)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 48]
| |
Westvlaams bidprentje voor een... vogelIn het sympathieke contactblad van de vrienden van het bijzonder interessante Sint-Dimpna- en Gasthuismuseum te Geel, werd onlangs een zonderling bidprentje gesignaleerdGa naar voetnoot(1). Het behoort tot de zeer omvangrijke collectie die in het archief van deze instelling bewaard wordt en er deel uitmaakt van de verzameling Van den BerghGa naar voetnoot(2).
Het is duidelijk geen bidprentje zoals een ander en verdient daarom alleen reeds onze aandacht. Bovendien vertoont het vermoedelijk enige volkskundige aspecten, zodat het mede daardoor hier vermelding verdient.
Op het eerste gezicht is er niets aan de hand met het prentje: het werd gedrukt en verspreid tot ‘nagedachtenis’ of aandenken aan ene Mijnheer Jacobus de Reiger. Wanneer we echter lezen dat deze ‘in zijn leven puitenpakker’ was, hoewel hij reeds op de weinig indrukwekkende leeftijd van nog geen vier jaar zijn laatste adem heeft uitgeblazen, kan men niets anders dan de wenkbrauwen fronsen. Verder lezend ziet men dat deze Jacobus, niettegenstaande zijn jeugdige leeftijd lid is geweest van de ‘reigerlyke’ (niet de ‘rechterlijke’) orde. En dan blijkt hij bovendien geboren te zijn ‘in den top van eenen Olm’. Men kan niet anders dan besluiten dat deze Jacobus een vogel, meer bepaald een reiger is geweest. Een bidprentje voor een dode reiger!
Een zonderlinge zaak. ‘Wie heeft’, zo vraagt EVG zich af, ‘in 1863 voldoende verdriet gehad om het sterven van een vogel om hier “in memoriam” te schrijven en de gebeurtenis publiek te maken?’Ga naar voetnoot(3) Daar reigers in de regel niet, zoals bv. kanarievogels, in een kooi werden gehouden, zal het wel niet de treurende eigenaar zijn geweest. Trouwens, hoe kwam een jonge reiger geboren te | |
[pagina 49]
| |
Westkapelle bij Knokke-Heist, aan zijn vroegtijdig einde in Brugge? Het is in elk geval een West-Vlaamse reiger die in dit ‘zantje’ zonder twijfel uit deze provincie afkomstig, op zo'n merkwaardige wijze werd gememoreerd.
Hoe is dat gebeurd? Was het een natuurlijke dood of werd hij daarbij onverlaten in menselijke of dierlijke gestalte bij zijn (op)vlucht naar reigerhemel een handje toegestoken?
En er zijn nog meer vragen, alle even intrigerend en veelbelovend, maar helaas ook onbantwoord. Wie was de genaamde PieterGa naar voetnoot(4), die de overleden reiger in een merkwaardige, posthume dichterlijke ontboezeming met ‘lieve Pieter’ aanspreekt en wat verderop, zijn ‘lieve vriend’ noemt? En wie was die andere, de ‘goede’ gezel’, en wat was de relatie van beiden tot de aflijvige?
Dat hij ook in de reigershemel ‘met een rug als een kemel’ op één poot zal staan, is duidelijk genoeg. Jong geleerd..., naar een oeroude familietrek van het reigergeslacht door de eeuwen heen. Moeilijker liggen de zaken met de informatie dat de reiger ooit ‘stond op uw' schoot’, d.i. de schoot van vriend Pieter. Was het een afgerichte reiger van Pieter die het dier geregeld op zijn schoot liet staan? Had hij dan toch in een kooi zijn dagen gesleten? En wat zit achter de raad waarmee de reiger definitief afscheid neemt? Waarom zou Pieter kunnen laten ‘van 't eten’, zoals bijvoorbeeld een hond die treurt om de afwezigheid of dood van zijn baas en daarbij alle eetlust verliest? Wie heeft de tekst van het prentje opgesteld en wie heeft de drukkerskosten betaald? Wat was zijn geïntendeerd publiek?
Maar genoeg vragen. Wat echter zeker niet in vraag kan gesteld worden, is het feit dat we hier een heel bijzonder prentje onder ogen krijgen. Hierbij kan men zeker niet uitsluiten dat het om een excentrieke, plaatselijke grap zou gaan waarvan de omstandigheden en/of de achtergrond na al die jaren niet meer te achterhalen is. In die richting zou ook het wel opvallende ontbreken kunnen wijzen van de | |
[pagina 50]
| |
plaats en naam van de drukker van het prentje. Het is dus goed mogelijk dat het thuishoort bij het bij volkskundigen goed bekende genre van de net-doods-afscheidsbrievenGa naar voetnoot(5) en dito-bidprentjes.
Naast de vele vraagtekens waarvoor dit wel heel efemerisch kleingoed ons plaatst, blijft het feit van het bestaan ervan, een op zichzelf merkwaardig fenomeen. Zijn nog andere bidprentjes voor vogels bekend of is dit een unicum?
W.L. Braekman |
|