Cornelis Verhoeven, een register
Bij Van Gennep-Amsterdam verschenen in 1995 een goede 350 één-pagina-commentaren, reacties, ‘pijnpunten’ over woorden: cursiefjes veelal, of filosofische paragrafen waarbij de 37 banden WNT, het Etymologisch Woordenboek De Vries-de Tollenaere telkens leidraad was ‘omdat de geschiedenis van een woord niet met het blote hoofd te verzinnen is’. A. loopt wel soms een eindje om, vanwege de petit Robert, of voor de schone schijn; doch boeit ongemeen, zelf gevangen in het voorbije gedachtengoed van redacteuren die zozeer Leiden waren dat zij buiten discussie bleven. A. zondigt af en toe met genoegen door te algemeen (vb. ferm, feit), te weinig historisch (vb. ecu, cliché, bruisen) te zijn, te tuk op gedateerd woordgebruik, geen rekening te houden blijkbaar met het Zuiden. Doch de bedoeling zat kennelijk voor een intellectueel spel van verwondering en woordspeling te spelen wat een geheel nieuwe vorm van woordenboek, een ‘verstrooiend woordenboek’ op gang brengt, dat dan in die zin élitair is dat de minnaars van taal geboeid zijn eerder door de metaforiek dan de exactheid van de taal; verrukt door de vondst van S. Stevin van ‘gegeven dat’; van het feit dat ‘gehad’ iets is wat achter ons aan zit, ‘geheim’ alleen bestaat via een minimum aan weten. Gewone taal ruist van onzekerheid, wat een teken van leven is, reflexie op de taal als gevolg heeft. Dit én auteurs als G. Bachelard, E. Badinter, P.C. Hooft en Abraham Valentijn én de Lutherse vertaling van de Bijbel, én vele andere reflexies, vallen over ons, de gehele lectuur van dit register door. Zou het WNT nu waarachtig een nieuwe lente kennen. Nu het nagenoeg af is?
A. Dewitte
C. VERHOEVEN, Een register. Bedenkingen over woordjes en glossen. Van Gennep-Amsterdam, 1995, 375 blz.