Om welke reden dan ook, het hierboven beschreven kaartje kwam in Het Lijsternest terecht. Wanneer is net zomin te achterhalen.
Stijn Streuvels borg het op in een doos met andere brieven en kaartjes, maar oorlogsgeweld zorgde ervoor dat vuile vlekken, bruine spatten en zelfs de afdruk van een voetzool erop terechtkwamen!
In een brief aan De Bom van 19 juni 1940 schrijft Streuvels hierover: ‘Manus. De toestand? - 2de editie van 1918 met nog een paar voltreffers meer, in huis wat meer geplunderd en grotere rampenering: boeken en papieren - archief, enz. heeft eens te meer in contact gekomen met boter, vet, confiture en... inkt! De rest... gestolen! huisraad, kleren, en al wat plunderaars dienen kan is... weg’. (zie L. Schepens, Kroniek van Stijn Streuvels 1871-1969, Brugge, 1971, p. 108).
Streuvels herinnert hier eerst aan het oorlogsgeweld in zijn huis in 1918, toen hij op 11 november zijn vervuild en geplunderd Lijsternest betrad. Het hele gezin had een toevlucht moeten zoeken door de ‘beschietingen’ met obussen. Met een ambulance werd het gezin naar Kortrijk gevoerd en vonden ze een onderkomen in de kliniek van dr. Lauwers van 27 tot 31 oktober. Daarna vluchtten ze naar Moeskroen bij ‘nonkel Denreep’ tot 11 november.
De desolate aanblik in 1940 vergelijkt Streuvels dus hiermee en hij bewijst voor de tweede maal de moed om oorlogsgeweld thuis op te ruimen en verder te gaan. Zijn jongste dochter Isa (= mevrouw Baert-Lateur) gaf hij de opdracht alle briefkaarten die op de grond verstrooid waren, op te rapen en in een doos op te bergen. Na het overlijden van haar vader kwam de doos bij haar terecht en mevrouw Isa Baert-Lateur was zo vriendelijk mij dit merkwaardig kaartje te bezorgen. Zij gaf meteen de aanleiding tot een onderzoek en dit artikel!
Karel Platteau