Wilde klokluiders in het Kortrijkse
V. Arickx heeft in Biekorf 1994, blz. 191 en vv. een smakelijk stukje geschreven over de vroede Wortegemnaren die in 1774 zo ongedisciplineerd aan de klok trokken en luidden dat ze gebarsten was en hergoten moest worden. De wethouders dienden tussen te komen om het eigenaardig gebruik van het wild-luiden tegen te gaan. Maar de plaag was zo diep ingeworteld dat men uiteindelijk toch verder toeliet te luiden mits een zeker reepgelt te betalen.
De vraag werd gesteld of er nog wilde luiders waren, bvb. in het bisdom Brugge. Wij kunnen alvast verwijzen naar het opstel van N. Maddens in de Leiegouw 1975 (blz. 286-287) over onofficiële klokkenluiders te Spiere in de jaren 1788. In Spiere werd er zo maar te pas en te onpas aan de klokken getrokken, zelfs gedurende de goddellijke diensten. Ook daar dienden de lokale wethouders op te treden om dit gebruik te verbieden.
Was het wild luiden beperkt tot de Scheldestreek, of bestond dit ook nog elders?
A.B.