Biekorf. Jaargang 95
(1995)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 155]
| |
In 1903 stelt een groep meisjes de zeventien provinciën voor in de Duinkerkse Maria-ommegangIn een programmaboekje voor de Ommegang in Duinkerke in 1903, ter gelegenheid van het 5de eeuwfeest en de kroning van Onze Lieve Vrouw van de Duinen, komt de vermelding voor van de eventjes 132 optredende groepen. Het boekje is natuurlijk in het Frans, maar met heel wat Nederlandse woorden of namen. Deze processie blijkt erg regionalistisch geweest te zijn. Nogal wat groepen zijn gewijd aan de streekeigen heiligen: Sint-Aldegonde, Sint-Maarten, Sint-Vedastus ofte Vaast, Sint-Piatus, Sint-Goewaert (zo gespeld), Sint-Willebrood (sic), Sint-Winok en natuurlijk de talrijke madonna's uit Frans-Vlaanderen: O.L. Vrouw van de Krocht van Kassel, O.L. Vrouw van Tranen van Wormhout, de madonna's van Tetegem, Bollezele, Broekburg, Fort Mardijk enz.
Hierna volgt het historisch gedeelte. Sint-Maarten en Sint-Elooi die de Duinkerkenaars bekeren, deze laatste vergezeld van Frankische krijgers. Boudewijn III, graaf van Vlaanderen die Saint-Gillisdorp (sic) met vestingsmuren omringt, waarbij een groep Kerles (Kerels) de makette van de Sint-Gilliskapel dragen. Wat verder trekken biddende kasteelvrouwen voorbij die om zegen vragen voor de Vlaamse ridders die zich inschepen voor de kruisvaart en die wat zelf optreden nadat ze Constantinopel hebben helpen veroveren. We zien dan Godfried van Condé, bisschop van Kamerijk en heer van Duinkerke die het Stadhuys en het Steenhof bouwt.
De ontdekking van het beeld van O.L. Vrouw van de Duinen in 1403 wordt ingeluid door sonneurs de bazuien, gevolgd door Vlaamse gemeentenaren en de standaarddrager van de Graaf van Vlaanderen (blijkbaar met de Vlaamse Leeuw). Zelfs de Rederijkerskamer met z'n vinders (er staat Trouvères ou Vinders) zingen ter ere van Maria, gevolgd door de school van de Witte Nonnen van 1426. De beiaardier luidt het avondklokje (angelus).
Het volgende deel stelt Duinkerke voor als Havre (haven) van de Madonna. Vissers dragen O.L. Vrouw van de Mynck (vismijn 1531). En treedt Keizer Karel op, te paard samen met z'n zoon Filips II: ze groeten O.L. Vrouw van de Bron (1549). | |
[pagina 156]
| |
[pagina 157]
| |
Na hen zien we een groep jonge meisjes die de zeventien provinciën verbeelden! Die waren in 1903 dus nog niet vergeten. Die goede tijd van Keizer Karel zeggen de mensen nog. Niet te verwonderen dat er in Kamerijk het uithangbord van de herberg Aux XVII Provinces nog in 1958 en 1963 hersteld werdGa naar voetnoot(1) en dat we nu nog in Sint-Winoksbergen een eethuisje vinden Aux 17 Provinces met sinds kort eronder een bordje van EUVO Herberge de zeventien provinciën. Dit café-opschrift had voor de oorlog bestaan en is merkwaardig genoeg enkele jaren geleden weer opgedoken langs de Sint-Janskaai.
De Ieperse bisschop Rithovius en de prior van de Dominicanen komen nu voorbij vergezeld van de broederschap van de Rozenkrans (1584). Hierna volgen een zestal Duinkerkse madonna's, o.m. O.L. Vrouw van de Copinghe (vrijkoping van de slaven) ook van de Mynck genoemd. (1653).
Natuurlijk zien we verder Lodewijk XIV die in 1671 Maria komt vereren, alsook Jan Baert die in 1696 de vlaggen aanbiedt aan de Madonna, nadat hij ze veroverd had op de vijand! Zelfs Peter de Grote ontbreekt niet die in 1717 in de Sint-Elooiskerk het schilderij van Zeghers (O.L. Vrouw van de Rozenkrans) komt bewonderen.
Er volgen nog heel wat groepen, zelfs kapers uit 1756 die een schilderij schenken aan de kapel. Een groep baezen (sic) dragen de makette van de nieuwe kapel uit 1816Ga naar voetnoot(1) (de huidige), terwijl wat verder matroosjes volgen met de ex-voto's uit de kapel.
In de erestoet komt dan uiteindelijk het vereerde beeld van O.L. Vrouw van de Duinen, gedragen door de Bazinnen en voorafgegaan door zeven banieren van madonna's en de pages van Onze Lieve Vrouw van de Duinen. De geestelijkheid en 13 bisschoppen sluiten de stoet af terwijl een groep ruiters als naar gewoonte voor de nodige afscherming zorgen. Opm. Baezen zijn reders of eigenaars van vissersboten. Bazinnen’ zijn vrouwen die nog altijd hun eigen oude klederdracht hebben. C. Moeyaert |
|