Biekorf. Jaargang 94
(1994)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermdBlaaszintjesIn Biekorf 94 (1994), 39 heeft K. de Busschere het over blaassentjes, een woord dat hij in Izegem heeft opgetekend. Na aanvraag blijkt het woord in Izegem evenwel als blaassintjes te worden uitgesproken. Ook in het Kortrijks zijn het blaaszintjes, maar de i wordt er wel onder invloed van de tsj gesloten uitgesproken, zoals in Westvlaamse zijn, wijn. Ik herinner me die blaaszintjes goed uit mijn kinderjaren, en nog steeds zie ik het gruwelijke prentje onderaan rechts op het verhaal van Blauwbaard, met de hele rij vrouwenlijken. Deze voorloper van het stripverhaal noemt De Bo steeksanctje of stekesantje: ‘Een blad papier waarop een kinderverdichtsel verbeeld staat in twaalf of zestien printjes grof geteekend en geschilderd. Een steekesantje met de historie van Duimken, of van Rookapje, of van Barbebleu, enz’. De blaaszintjes beantwoorden inderdaad aan de man- | |
[pagina 205]
| |
neke(n)sbladen, die Van Dale omschrijft als: ‘In de achttiende en negentiende eeuw in België gedrukte kinderprenten die een verhaal in verschillende taferelen voorstellen’. K.d.B. heeft evenwel problemen met de etymologie van het Westvlaamse woord: ‘De samenstelling met “blaas” is erg verwarrend’. De moeilijkheid ligt alleen maar hierin, dat het helemaal geen samenstelling is met ‘blaas’. Het gaat nl. om blaarszintjes, dus prentjes op bladen, zoals in het woord ‘manneke(n)sbladen’. In het Nederlands spreken we nl. van de bladen van een boek en de blaren van de bomen. In mijn dialekt is het net andersom, met de ‘blaars van nem boek’ en de ‘blaten van de boômen’. En dat blaarszintjes als blaaszintjes worden uitgesproken, is volkomen normaal. De klankkombinatie rs wordt nl. heel makkelijk geassimileerd tot ss, vgl. Kestach ‘Kerstdag’, Messiaen uit ‘Mersiaen’, Verkest uit Van der Kerst (plaats waar waterkers groeit), keesse uit ‘keerse, kaars’, nazen uit ‘naarzen, naderen.
Frans Debrabandere |
|