Congregaties van Onze-Lieve-Vrouw der jezuïeten in Ieper
De paters jezuïeten waren bekend voor hun colleges en voor vele werken waarin ze actief waren. Eén van de initiatieven die ontsproten aan hun apostolische ijver was de inrichting van congregaties. Aanvankelijk in hun colleges, later ook voor de gehuwde of ongehuwde leken, werden congregaties van Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt opgericht, die een niet te onderschatten invloed hebben uitgeoefend bij de godsdienstige ontwikkeling van ons volk.
In Ieper dateert de oudste congregatie der jezuïeten uit de tijd van pater Franciscus Costerus (†1618), die toen provinciaal was en de oprichting van deze sodaliteiten stimuleerde en aanprees. De Ieperse sodaliteit valt te dateren na 1585, het beginjaar als provinciaal van Costerus, en meer bepaald na 1607 toen het college van Ieper zijn deuren opende (A. Poncelet, Hist. de la Comp. de Jésus, II, 324; J.E. Cornillie, Ieper door de eeuwen heen, 177).
In 1645 was het dan zo ver dat de jezuïeten in Ieper in hun college eveneens een sodaliteit of congregatie instelden van de aubaere (= huwbare) ende jonge jongmans te saemen. De sodaliteit had zulk succes dat ze weldra in twee afzonderlijke sodaliteiten werd opgesplitst. Ramaut, aan wie wij deze gegevens ontlenen, drukt zich hierover als volgt uit: maer sijn naederhand van malkander gescheyden, de aubaere jongmans onder den tijtel van onse lieve vrouwe purificatie, ende de jonge ofte aenwassende jongmans onder den tijtel van onse vrouwe onbevleckt ontfanghenisse (Hs. Ramaut in Stadsbibl. Ieper).
Zeer waarschijnlijk waren er dus in Ieper drie congregaties: een in het jezuïetencollege voor de studenten en twee voor leken. Dit toont voldoende aan dat de instelling van deze sodaliteiten ook te Ieper een succes was.
Elders in onze gouw bloeiden deze congregaties even sterk en telden ze vele leden. In Brugge en Kortrijk waren er zes jezuïetencongregaties met respectievelijk 1.000 en 1.290 leden.
Het is dan ook duidelijk dat er van deze genootschappen, geleid door paters die in onderwijs en opvoeding hoge toppen scheerden, een wel zeer bijzondere en belangrijke invloed is uitgegaan. Niettemin hebben weinig historici, tenzij de jezuïeten zelf, dit verschijnsel bestudeerd!
L.V.A.