Biekorf. Jaargang 93
(1993)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 305]
| |
Eigengemaakt bruiloftslied voor een rederijker uit Belle in 1822In 1822 trouwt Vedastus Carnel in Belle met Barbara Devos. Vedastus was lid van de wederopgerichte rederijkerskamer Spade Rijken. Hij werd ook de vader van Desiderius Carnel (1823-1899), medestichter in 1853 van het Vlaams Komitee van Frankrijk (Comité flamand de France) samen met zijn stadsgenoot, de eigenlijke stichter Edmond de Coussemaker. Vedastus Carnel wordt in de ‘Houwelijkx geluk wensch’ een ‘tooneel minnenden en deugdrijken jongman’ genoemd. Die ‘wensch’ bestond uit een lang gedicht van 62 alexandrijnen. Hierin wordt naast de ‘Maegde Staet’ het huwelijk opgehemeld. Want ‘hadde Adam aen gevangen zig (door onthouding) noit te vinden bij zijn vrouw’, dan zou de wereld ‘nog woest zijn t'allen zijden’. De rederijkers hopen zelfs dat zijn kinderen ook later ‘met uw broederen zullen tooneel beklimmen’.
Na die niet slecht gespelde, goed rijmende maar onhandige verzen besluiten ze ‘dat wij die hier komen uyt naem ons broeders al, door blijdschap ingenomen om uw gewenschte trouw, uw zingen t'bruylofs lied t'welk uwe trouw ter eer t'Spadrijksche Rei u bied’. Jammer dat ze de melodie niet vermelden. Het zal wel een bestaande zijn en moet makkelijk te vinden zijn vanwege de typische versvorm op het eind van elke strofe. | |
Gezang1.[regelnummer]
Komt vrienden hier nu alle gaer
Laet ons te zaem dit jonge paer
Veel gelukx en zegen wenschen
Die treed in d'egten band te zaemGa naar margenoot+
want zoo een trouw is aengenaem
En vreugdig aen alle de menschen,
wenscht hun meest blij van geest
en lang leven
om malkaer veel lievde te geven
2.[regelnummer]
En dat zij in hun trouw verblijd
veel telgen winnen meter tijdGa naar margenoot+
om op den berg parnas te tredenGa naar margenoot+
zoo als de bruyd ook heeft gedaen
En zij heeft ook veel eer ontfaenGa naar margenoot+
En groeyen in de konstig hedenGa naar margenoot+
| |
[pagina 306]
| |
die ook sterk in dit werk die ook sterk
hun begeven
om met ons als broeders te leven
3.[regelnummer]
Wij Spaderijksche Broedertal
wenschen uw met blij geschalGa naar margenoot+
Dat gij uw Jubel feest mag vieren
met vele kinders in t'getal
die den heere u geven zal
En dat men u alsdan ziet zwieren
met een kroon voor uw loon met een kroon
van lauwrieren
om beyde uw hoofden te Cieren
4.[regelnummer]
Komt Chora met uw wijzen geestGa naar margenoot+
daelt neder op deez bruyloffeest
gij caliope wilt opspringenGa naar margenoot+
Komt zusters van den berg parnasGa naar margenoot+
spelt op violen fluyt en basGa naar margenoot+
om al meest blij van geest om al meest
t'hunder eeren
Op dat hun lievde mag vermeeren
Besluit: dit lied is geen hoge poëzie maar gesteld in vrij keurige taal die doorgaans algemeen Nederlands is. ‘Dit jonge paar’ klinkt zelfs modern. In 1822 was de verfransing van het onderwijs al tamelijk sterk doorgedreven in Frans-Vlaanderen. Straks zal het Nederlands uit het leerplan verdwijnen (1833) en in 1853 mocht het Nederlands zelfs niet meer gebruikt worden om Frans te leren. De toepassing van die verfransende maatregelen kwam wel niet zo vlug. Veel rederijkerskamers hielden stand tot in de tweede helft van de 19de eeuw.
Wat de spelling betreft, kan men merken dat die nagenoeg overeenkomt met die van Des Roches, b.v. beyde, cieren, ontfangen (hier ontfaen), groeyen, enz. Alleen in lievde, bruylof feest, spelt (voor speelt), uw (voor u) wijkt de dichter van de spelling Des Roches af. Opmerkelijk is de tweede persoon ‘gij mag’ i.p.v. moogt.
Er bestond dus in Frans-Vlaanderen net zoals bij ons een vrij algemene taal en spelling. Hoe is het dan mogelijk dat A. Gendebien acht jaar later beweert dat er een vertaling van de officiële stukken moet komen in alle Vlaamse dialecten? En dan te bedenken dat sommigen die uitlating serieus nemen en denken dat de taaltoestand aan die uitlating beantwoordde! |
|