Westvlaams kantwerk op de expositie van Parijs
Op de grote expositie sur les Produits de l'Industrie française te Parijs in 1806 stond onze gouw te kijk met producten uit de textielbranche, en dan nog hoofdzakelijk uit Brugge (zie Biekorf, 1990, blz. 111).
Het Recueil des Arrêtés van 1807 geeft op blz. 23 de uitslag van de beslissing der jury bij het toekennen van de prijzen. Ons departement kwam er op zijn geheel niet zo schitterend uit. Alleen twee maal werd een Mention honorable in de wacht gesleept.
De jury gaf de eerste eervolle vermelding aan kantwerk uit Brugge. Ieper, Kortrijk en Menen. En wel aan de volgende deelnemersgroepen.
Deze kanten waren afkomstig van de fabrieken van Hubené en Claeys en van de vijf armenscholen uit Brugge, de l'atelier publique d'Ostende, de l'établissement de charité de Nieuport en van de openbare school bestuurd te Poperinge door de juffrouwen Provoost en Vanden Berghe. Uit Ieper was de deelname met kanten groot; de volgende fabrikanten hadden iets ingezonden: F. Duhayon, Delmotte, De Baenst, Desmazières, De Craeylinck, Fontaine-Leleu en juffr. Dubye. Dan nog uit Ieper les Ecoles des Hospices. Ook uit Menen werden kanten tentoongesteld. Kortrijk kwam uit met kanten van het Atelier des Orphelins.
De hoogste lof werd toegekend aan de producten van de school der Lamotten uit Ieper, qui se distingue par la perfection du travail. De Lamotten kregen dan ook de tweede eervolle vermelding voor hun inzending kanten.
De prefect van ons departement bracht deze uitslagen ter kennis van de maires der steden en gemeenten op 20 januari 1807 met het verzoek ruchtbaarheid te geven aan de uitslag. Op te merken valt dat alle Westvlaamse inzendingen van kantwerk door de jury met een vermelding werden bedacht, wat ontegensprekelijk het bewijs is dat Vlaamse kant in Parijs een zeer goede faam genoot.
A.B.