Biekorf. Jaargang 92
(1992)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 202]
| |
Het einde van de ‘Napoleonisten’ in BruggeZoals in andere steden bestond er in Brugge een ‘Société fraternelle et philantropique des anciens frères d'armes de l'empire français’. Deze verbroedering werd gesticht op 19 december 1841 en de laatste vermelding in het bewaard gebleven verslagboek dateert van 5 juni 1853Ga naar voetnoot(1).
Het was in Brussel dat de eerste ‘Association Philantropique des Frères d'Armes Belges de l'Empire Français’ werd opgericht op 12 juli 1838. De stichter-voorzitter was Edouard Mancel en baron Goswin de Stassart, senator, aanvaardde het ere-voorzitterschap. In 1875 werd deze oudstrijdersvereniging omgevormd tot een onderstandsmaatschappij of mutualiteit. Ze wordt voor het laatst vermeld in de ‘Annuaire du commerce de Bruxelles’ van 1880Ga naar voetnoot(2). Doodsbericht van Henricus Zwaenepoel overleden 1 maart 1860. Lithografie 33 × 23,5 cm. Foto Stedelijk Museum voor Volkskunde, Brugge.
| |
[pagina 203]
| |
In Doornik werd een gelijkaardige ‘Société’ gesticht op 28 november 1847 en de Filantropische Verbroedering der Oudgedienden van het Franse Keizerrijk te Gent werd op 25 juli 1841 gesticht in de herberg ‘L'Agneau Bleu’ gelegen aan de Brabantdam. Zoals gezegd volgde enkele maanden nadien Brugge dit voorbeeld. In Gent bestond de ‘Société Fraternelle’ nog in 1873 en telde toen nog slechts 13 ledenGa naar voetnoot(3). In Ieper was de voorzitter van ‘Les Frères d'armes de l'Empire’ generaal-majoor b.d. Conrad Moltzberger (1771-1856). In 1825 voerde hij in Brugge als kolonel het bevel over de 6de infanterie-divisie maar in 1813 vocht hij als kapitein in het Franse leger en werd bij de slag van Leipzig (1813) door de Russen krijgsgevangen genomen. Hij overleed op 4 april 1856 te Ieper op 85-jarige leeftijd. Voor Brugge is niet precies geweten wanneer de vereniging ophield te bestaan, in ieder geval niet in 1853 en er is ook geen verband te zoeken met een loyauteitsprobleem ten aanzien van de Belgische monarchie doordat Napoleon III in 1852 Keizer werd in FrankrijkGa naar voetnoot(4). Brussel en Gent zijn daar een overduidelijk bewijs van. Zeker in 1860 was de ‘Société’ van Brugge nog actief en voldeed zij aan haar plicht om aanwezig te zijn op de begrafenis van een strijdmakker. In het Stedelijk Museum voor Volkskunde van Brugge hangt in de afdeling ‘Militieloting’ een doodskaart (zwart-wit lithografie 33 × 23,5 cm) uitgereikt door de Société des Anciens Frères d'Armes de l'Empire Français ter zalige gedachtenis van Henricus ZwaenepoelGa naar voetnoot(5), echtgenoot van Rosa Dobbelaere, overleden te Brugge 1 maart 1860 in de ouderdom van 75 jaren en 1 maand. De litho vertoont een praalgraf en treurwilg omringd door officieren en militairen in volle uitrusting. Op de vier hoeken prijkt de hoofdletter N en boven en onderaan in het midden respectievelijk de keizerlijke adelaar en het kenteken met de inscriptie ‘Honneur et Patrie’. In de rand worden de namen van 28 veldslagen vermeld gaande van Arcole (1790) tot Toulouse (1814). Over Leipzig (1813) en Waterloo (1815) wordt zedig gezwegen! | |
[pagina 204]
| |
Deze kaart die ook nog de vermelding ‘Déposé’ draagt, is geen produkt van Daveluy uit Brugge en werd kennelijk gebruikt door alle Verbroederingen in het land. In het midden van het praalgraf is er immers een ruimte uitgespaard van 5,5 × 4 cm om het gedrukt etiket in te plakken met de naam van de overledene. Aan de verdwijning van de vereniging lag geen politieke reden ten grondslag, maar eenvoudig het uitsterven van de leden. Wellicht zijn na 1853 de activiteiten sterk verminderd om uiteindelijk herleid te worden tot het minimum nl. de laatste eer bewijzen aan een overleden lid of oud-lid. Want ook na de ontbinding van de lokale vereniging kan men die droeve plicht nog vervuld hebben tot ca. 1870 desnoods met de steun van de zustervereniging uit Gent. W.P. Dezutter |
|