Vrouw zijn in Vlaanderen, 13e-16e eeuw
Onder de titel L'Envers du tableau. Mariage et Maternité en Flandre Médiévale verscheen bij A. Colin, 1990, een herwerking van de doctorale dissertatie van M. Greilshammer, hoogleraar aan de Hebreeuwse universiteit in Jeruzalem. Die tekst stamt uit 1986-87 en werd, met als co-directeur van het proefschrift J. Le Goff, uitgewerkt in twee delen. Dl. 1 Elite en Huwelijk, Dl. 2 Moederschap in Vlaanderen. Het eerste deel dient de afstand te schetsen tussen het populaire huwelijksmodel en de manier waarop ditzelfde huwelijk in de society doorgang kon vinden; het tweede deel brengt nota's over zwangerschap, geboorte, kinderen, vroedvrouwen, onwaardige moeders en heeft als ingebouwde doelstelling de tegenstelling te duiden tussen de spirituele intensiteit van het huwelijk (van de Maagd) en het ongebreidelde realisme van plattelandshuwelijken, zo dit al niet overtroffen wordt door de stedelijke. Hoogtepunt van voorstelling is het Arnolfini-portret in de Londense verzamelingen en de rauwe teksten die prof. E.I. Strubbe in de Emulatie kon publiceren over chantage en meer ongerief.
M. Greilshammer verwerkt alle vindingen van de école nouvelle t.a.v. bronnenmateriaal uit de steden Brugge, Gent voor Vlaanderen en Brussel, Mechelen voor Brabant, met de nadruk op reglementering en gewoonterecht; waar duidelijk een inkijk te halen valt op het dagdagelijkse leven, evenwel praktisch alleen in de 19de-eeuwse uitgaven bereikbaar, wat dan de zwakte van de bewijsvoering kan zijn. Want inderdaad hadden onze voorgangers een zo ongewone manier van teksten uitgeven als ideaal dat wij eind 20ste eeuw ons afvragen of niet de gehele beschikbare literatuur daar ziek aan gebleven is.
In elk geval een duidelijk boeiende en niet eens feministische aanpak van een lang vergeten sector in het culturele leven, het sociale leven, het intellectuele leven, die jongeren moet aanzetten tot geheel vernieuwende invalshoeken.
A.D.
M. Greilshammer, L'Envers du tableau, Mariage et Maternité en Flandre Médiévale, A. Colin, 1990, 368 blzn., 34 ill.; de blz. 320-364 kritisch commentaar bij de tekst.