Patenten voor de borchgraves uit Wakken
De eerste lijst van patenten (soort belasting op de beroepsbezigheid) uit het jaar V der Franse republiek (1796-97) bevat onder Wakken de namen en de beroepen van enkele leden der familie de Borchgrave: François en Jean Baptiste de Borchgrave, beiden faiseur de moulin, Philippe de Borchgrave, sellier, en Pierre Josse de Borchgrave, boulanger (Rijksarch. Brugge, Fr. Arch., nr. 488).
Pieter Joos de Borchgrave is de bekende dichter en rederijker uit Wakken, die toen nog het beroep van bakker uitoefende. Later werd Pieter de Borchgrave ontvanger der rechtstreekse belastingen van het kanton Wakken, wat hij bleef tot aan zijn overlijden in 1819. Zijn bakkersverleden werd in alle talen doodgezwegen. Toen zijn kleinzoon advokaat J. de Borchgrave zijn verzamelde gedichten uitgaf (Gent, 1861), werd alleen gezegd dat de Borchgrave in de harde winter van 1794 zijn dorpsgenoten bijstond doordat ‘hij eene groote menigte brood had laten bakken, om aan de behoeftigen uit te deelen’ (blz. XLVII), maar het bakken als beroep wordt voorzichtjes onvermeld gelaten!
Toen het goed gedocumenteerde Woordenboek der Noord- en Zuid-nederlandse letterkunde van Huberts, Elberts en Van den Branden verscheen (Deventer, 1878) kreeg P. de Borchgrave daar een uitgebreide en zeer nauwkeurige notitie in de eerste aflevering (blz. 48). De auteurs die ook het verzameld werk van zijn kleinzoon uit 1861 kenden, getuigen onverbloemd dat hij ‘aanvankelijk het bakkersberoep uitoefende’.
Bij één der intekenaars van dit Woordenboek zal dit in het verkeerde keelgat geschoten zijn, namelijk bij Em. de Borchgrave, legatieraad bij de Belgische ambassade te Berlijn. Daarom staat dan ook in het aanhangsel tot dit Woordenboek als correctie op blz. 691 volgende mededeling: ‘Volgens het verklaren zijner eigene bloedverwanten oefende hij nooit het bakkersberoep uit en ontving integendeel eene zorgvuldige opvoeding, daar zijn vader Schepen was en zijne familie tot den adelstand behoorde’!
Wij weten nu beter. De lijst der patenten laat er geen twijfel over bestaan dat P. de Borchgrave zeker het bakkersberoep uitoefende, wat mijnheer de legatieraad er ook moge over gedacht hebben. Over zijn lidmaatschap van ‘den adelstand’ zullen we hier niet verder uitweiden, maar het woord laten aan bevoegde genealogen en heraldici.
L.V.A.