Kamerijks weefsel (Vraagw. 1990, blz. 119)
Het antwoord dat wij formuleerden op bovenstaande vraag naar betekenis en verdere uitleg over Kamerijks weefsel (Biek., 1991, blz. 221), kan nog aangevuld worden met wat staat in het interessante boek Woordverklaring door Dr. L.M. Metz (Zutphen, 1937) blz. 232. bij het woord kamerdoek.
Volgens Metz is kamerdoek ‘een weefsel, dat vroeger uitsluitend in Kamerijk, maar thans ook veel in Twente wordt geweven. De benaming is samengetrokken uit Kamerijksch doek (cambric). Men maakt er sterke zwachtels van’.
Hieruit blijkt dus duidelijk dat de stoffen uit Kamerijk een internationale bekendheid genoten en deze faam behielden tot in onze tijden. De naam is in Noord-Nederland nog niet helemaal verdwenen.
L.V.A.