Het hulp- en voedingscomiteit van Veldegem
In Biekorf werd destijds een vraag gesteld over de talrijke hulp- en voedingscomiteiten die in de oorlog 1914-18 de nood der burgerbevolking lenigden (jg. 1989, blz. 103). Daarop kwamen een paar reacties binnen, maar een uitgebreid antwoord kon niet worden gegeven (jg. 1989, blz. 277).
In het tijdschrift Zilleghem (Handelingen van de kring voor heemkunde en geschiedenis ‘Pastoor Ronse’) te Zedelgem (1991, blz. 43-66) staat een uitvoerige studie over het comiteit dat destijds in de gemeente Veldegem de burgers in de eerste wereldoorlog bijstond.
Uit deze goed gedocumenteerde studie blijkt dat het comiteit van Veldegem afhing van het provinciaal comiteit van Brugge; een tweede provinciaal comiteit was bedrijvig in onze provincie met Kortrijk als centrum.
Men kon de hand leggen op het kasboek van het Veldegemse comiteit, bijgehouden door meester Ferdinand Hillewaere, onderwijzer te Veldegem. Dit boek loopt van 1 febr. 1916 tot einde 1919, toen het incasso overgedragen werd aan ‘Ernest De Smet, inspecteur-Liquidateur du Comité National, Nouveau Boulevard 22, St Gillis lez Termonde’. De auteur van deze belangrijke bijdrage J. Pollet besluit terecht: het comiteit van Veldegem, alle medewerkers, hadden hun werk gedaan. Hun niet altijd zo dankbare taak was volbracht. Veldegem mag hen dankbaar zijn.
De bescheiden studie in Zilleghem, waar een korte maar verhelderende bibliografie aan toegevoegd werd, levert het bewijs dat ook lokale historici vanuit de basis der plaatselijke geschiedenis, hele stukken kunnen invullen in het totaalbeleid van onze nationale geschiedenis.
A.B.
Perebomen. Poperinge 1990.
‘Ik zat in de zaal al lang op een stoel, binst dat mijn zuster nog altijd pereboomde, d.i. recht stond. Vgl. met de uitdrukking ‘pe(r)reboom staan’. Bij De Bo: ‘enige stonden recht blijven staan met de benen omhoog’.
Een salavlage. Poperinge 1990.
= een korte maar deugddoende regenvlaag.