Een enkele keer fronst men toch de wenkbrauwen. Op de versierde bladzijde van een bijbel uit Ter Doest, nu in het Grootseminarie te Brugge, heeft een minuscuul mannetje, een hansworst zo te zien, zich tussen de twee tekstkolommen een plaats veroverd om op zijn kin een stok met een beker bovenaan en op zijn hiel een lange lans in evenwicht te houden. Zou hij iets te maken hebben met Mozes en Josue die op dezelfde bladzijde hun heldendaden tentoonspreiden? Het lijkt weinig waarschijnlijk. De eenvoudigste verklaring voor deze, en menige andere, ‘Spielerei’, lijkt ons dat de onbekende miniaturist als analfabeet (?) geen weet had van de tekst. Of hij een monnik was, wie zal het zeggen.
Nog een artikel waar we graag bij stilstaan is dat van de gewaardeerde Biekorf-redacteur Dom Anselm Hoste o.s.b., over de iconografie van Bernardus in Vlaanderen. Het thema doet hem besluiten dat ‘een wetenschappelijk-gegronde inventaris van alle Bernardus-afbeeldingen in Vlaanderen zeer welkom zou zijn’.
De zogenaamde Tweede Stichting van de Duinenabdij, vanaf 1627 te Brugge nadat de monniken de duinen van Koksijde verlaten hadden, is een zestal jaar geleden beschreven door dr. Johan Bonny, professor aan het Grootseminarie te Brugge. Voor Leuven heeft deze auteur de klok teruggedraaid naar de eerste stichting, om de Cisterciënzerauteurs van de oorspronkelijke Duinenabdij recht te laten wedervaren. Hun huis ‘was geen intellectueel centrum van eerste rang’, schrijft hij, ‘daarvoor lag zij te afgelegen en had zij te weinig ambitie’. Hij trekt de lijn ook door naar de Brugse tijd, hoewel blijkt dat tegen de jaren 1700 veel van het élan was stilgevallen.
Over de tentoonstelling zelf kunnen wij erg kort zijn. Van de dertien manuscripten uit Brugge komen er acht uit het archief van het Grootseminarie en vijf uit de Stadsbibliotheek. De nota's bij elk nummer komen uit goede handen, al zijn zij soms wat beknopt gehouden. Bij het handschrift De avibus van Hugo van Fouilloy hadden we graag de mening gekend van professor Smeyers over de relatie met de Physiologus. En wat voor zware eisen de wetenschap stelt onderkent men aan de bespreking van de Opera van Bernardus (Stadsbibliotheek, ms. 126), die vragen beantwoordt én stelt.
Met deze Bernardus-uitgave heeft Leuven het eeuwfeest alleszins fraai in het licht geplaatst.
G. Gyselen