God beware je voor een koeke
Deze uitdrukking staat genoteerd in Biekorf 1989, blz. 380 en werd gehoord in Watou. De inzender schrijft erbij: vanwaar komt dat gezegde?
Wij menen dat met koeke hier de koeke bedoeld is; ge weet wel, de koeke en het hertegespan, een ziekteverschijnsel dat uitvoerig beschreven werd, meestal toch vanuit de medische gezichtshoek, door Dr. L. Elaut in Biekorf 1977, blz. 223-234 (De koek: een ziektekundig klaverblad, in West-Vlaanderen en Silezië).
Over het dienen tegen de koeke o.m. te Sint-Eloois-Vijve zie de bijdrage van A. De Cock, Bedevaart voor ‘den koek’, in: Volkskunde, jg. 1896, blz. 142-143.
Vermelden we tenslotte dat de koeke bijna uitsluitend een typisch (West)vlaams folkloristisch gegeven is. Koek als ziekte of ongemak bestaat niet in andere dialecten. Zo kent het Zeeuws Woordenboek van M. Ghijsen geen koeken, hertegespannen of zaken die erop gelijken.
R.D.