Een Brugse zoutziederij in 1821
In een aankondiging uit 1821 lezen we het navolgende: ‘Erfvenisse bij openbare veiling van eene oude vermaerde en wel gekalante zoutziederije Brugge 24 maart 1821’. Eigendom van de overleden Bernard Devos († 14 jan. 1821), die dit eigendom had gekocht in 1789 van Jan Vanderheeren en consorten, wordt het geheel als volgt beschreven in de kamer der notarissen te Brugge, op het stadhuis door notaris Eugène De Busschere, koninglijken notaris:
Een schoon groot en notabel parcheel van een huyse, zijnde eene oude vermaerde en wel gekalante zoutziederie, staende binnen deze stad Brugge, ten voorhoofde op Speelmansreyken, un quai Bourgeois, no 3, met boye, cour en schoonen grooten hof, bestaende het zelve huys in voorzaele, keuken, achterkeuken, menagie-kelderken, grooten kelder met steene voute, dry beneden kamers, cabinet, allee met pompe, watersteen en gemakhuys, twee plaetsen voor wit en grouw zout te leggen met pompe en regenbak, dry boven kamers met zolder.
Daerboven achterplaetse met peerdestal van westen den huyse; ende hebbende de zoutziederie poorte cochère in het straetken voor dezen genaemt hoofyserstraete, nu gemarqueerd rue du nid, in welker gebauwen zich bevinden vuerstede met vuer halam daer nevenst de slaepstede van den knegt, slykbak, twee zoutkuypen, pekelput met pompe, waterput met pompe en zoutpanne, hetwelke benevend het voorder halam der zelve zoutziederie mede verkogt word.
Voorts dry huysekens staend bij het voorschreven reyken in het gezeyde hoefyserstraetkin, rue du nid, nos 6, 7 en 8.
Die huisjes zijn bewoond door Joseph Deprez, Jacob Winnens en Francis Hou, elk à 4 ponden grooten courant sjaers.
Er daagt pas bij de tweede zitdag een echt geinteresseerde op die de instelprijs van 9.000 Fr. opdrijft tot 15.600 Fr. Het betreft Leo Derycker, kruydenier uit Blankenberge, die bij de derde zitting voor gelijke som eigenaar wordt. Met armgeld, drukkosten, salaris en registreerkosten loopt dit bedrag nog uit tot 20.352,30 Fr.
A. Dewitte