Zevende zoon te Diksmuide in 1793
Op 1 september 1793, te midden van het krijgsgewoel rond de eerste Franse invallen, beviel Idonia De Poorter, huisvrouw van Jacobus De Visschere, een schoenmaker uit Diksmuide, van een zevende zoon.
Het kind werd gedoopt onder het geluid van de triomfklokken van de stad Diksmuide en had voor peter meester Pieter van Hille, burgemeester, en als meter de vrouw van schepen Dhulster. Het kreeg de naam Gillis Franciscus.
Te dier gelegenheid schonk de magistraat van Diksmuide aan de ouders drie maal zeven ponden parisis en besloot aan de nieuwgeborene het eerste open te vallen graanmetersofficie der stad Diksmuide toe te kennen. Tot het kind meerderjarig werd mocht dit officie bediend worden door zijn vader (Handschrift Derresauw).
De notitie bij Derresauw over deze zevende zoon eindigt aldus: ‘Dit was den laetsten zevensten zoon die alhier den heer Burgemeester voor peter gehad heeft’.
Het graanmetersofficie, een der vele ondergeschikte ambten die in sommige steden (zoals bvb. ook in Brugge) voorkwamen, verdween met de Franse Tijd. Gillis De Visschere zal, in de veronderstelling dat hij opgroeide, wellicht niets meer vernomen hebben van het zonderlinge doopgeschenk waarmee in 1793 de stadsschepenen van zijn vaderstad zijn persoon hebben bedacht!
A.B.