De pijpenfabriek van Guyson in Poperinge
Te Poperinge bestond eertijds de belangrijke pijpenfabriek van sieur Chrétien Guyson. Poperinge was in de pijpenfabrikatie minder bekend dan Kortrtijk, maar het bedrijf van Guyson was zeker groter in omvang dan de Kortrijkse pijpenfabriekjes.
Vóór de Franse invallen was zijn productiecijfer 2.400 pond. In 1797 was het gedaald tot 1.500 pond, maar er werd gehoopt op een herstel tot 3.000 pond. Benevens pijpen fabriceerde Guyson ook allerhande aardewerk en potten.
Guyson suggereerde aan de prefect uit het Leiedepartement, die hem in 1797 om inlichtingen over zijn fabriek had gevraagd, dat zijn bedrijf heel wat florissanter zou zijn indien de aanvoer van pijpaarde gemakkelijker kon gebeuren. Hij sloeg met de grote hamer en stelde zo maar voor dat een kanaal zou worden gegraven om zijn kleiaarde uit Keulen over de Schelde en de Leie aan te voeren! (Rijksarch. Brugge, Fr. Arch., nr. 1.066).
Vóór de Franse Tijd werkten er 9 mannen en 9 knapen. In 1797 was dit gedaald tot 14 werknemers. Op 16 nivose III (5 jan. 1795) was dit maar 6 mannen en 6 knapen (Ibid., nr. 81). Guyson verbruikte jaarlijks 60.000 pond ‘terre de Namur’ en 40 razieren steenkool.
Guyson reisde veel. In 1796 kreeg hij in Brugge een paspoort om zakenreizen te doen naar ‘Hainaut et autres pais’ (Ibid., nr. 1.160)
De Poperingse pijpenfabriek hield stand tot in onze eeuw (familie Dupont). Het is niet uitgesloten dat Guyson (een Fransman?) relaties had met de pijpenfabrikatie in het nabije Sint-Omaars, waar honderden werknemers in de ‘fabriques de pipes à fumer’ werkzaam waren. Ook de nabijheid van de grens met de klandestiene handel in tabak kan de vestiging in Poperinge beïnvloed hebben. Zijn er producten van Guysons fabriek bekend en bewaard?
L.V.A.