Iemand 't gat oplichten (Biek. 1986, blz. 202)
‘Iemand 't gat oplichten’ heb ik in Brugge nooit horen gebruiken in de betekenis van ‘de loef afsteken’ maar wel van ‘met enige tegenzin een probleem voorleggen aan iemand die het waarschijnlijk als een verplichting zal voelen het te helpen oplossen’.
Voorbeelden: Om het deficiet van ons tijdschrift te bestrijden hebben we advertenties nodig; daarvoor zullen we enkele handelaars 't gat oplichten; De uitgenodigde spreker laat het onverwachts afweten en ter elfder ure moet men iemand 't gat oplichten om hem te vervangen; Mijn wagen is defect en ik moet dringend op een afspraak zijn: ik zal een vriend 't gat oplichten om me er heen te voeren; De lijst voor de volgende verkiezingen geraakt niet volzet: we zullen een paar bestuursleden 't gat oplichten opdat ze zich kandidaat zouden stellen.
‘Iemand 't gat oplichten’ komt er in Brugge dus op neer dat men met een ‘lang gat’ iets gaat vragen aan iemand van wie men verwacht dat hij met een even ‘lang gat’ de vraag zal inwilligen!
AVdA