Biekorf. Jaargang 86
(1986)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 180]
| |
Eeklo in ‘hanze’ met het Brugse Vrije verbonden (1544)Zoals de oude Nederlanden in ‘Zeventien Provinciën’ werden ingedeeld, zo kende het graafschap Vlaanderen eveneens een verdeling in zeventien kasselrijen of regionale besturen. Eén der voornaamste kasselrijen, ook nog in de zestiende eeuw, was het Brugse Vrije, zich uitstrekkend over een groot gedeelte van noordelijk Vlaanderen. Vooral na de grote opstand van Gent in 1537-1540 werden alle provinciën en gewesten meer en meer onderworpen aan het gecentraliseerde beleid van de Brusselse centrale instellingen, zodat van een echt autonoom optreden van regionaal of provinciaal gekleurde gezagsdragers op politiek vlak geen sprake meer was. Toch blijft het merkwaardig vast te stellen dat in bepaalde territoria vele vroegere onderlinge akkoorden en verhoudingen, op administratief en juridisch vlak veelal, bleven voortbestaan of tijdens die Keizer Karel-tijd zelfs werden vernieuwd en geconsolideerd. In dit verband vormt de unie of de hanze van het Brugse Vrije met de stad Eeklo een treffend voorbeeld.
Vanzelfsprekend moet de term hanze hierna in zijn algemene en niet in zijn specifieke betekenis van handelsunie worden geïnterpreteerd. In de eerste betekenis is hanze dan gewoon een bepaalde vereniging waarin bepaalde afspraken gelden; overigens betekent sine anze crighen dan ook zijn lidmaatschap in een bepaalde gemeenschap verwerven. Aldus staat de meer bekende term gildebroeder eveneens in volkomen overstemming met de minder bekende term hanzebroederGa naar voetnoot(1). De vraag moet dan worden beantwoord waarom Eeklo, een niet onbelangrijk textielcentrum, op 24 oktober 1544 een goede hanze, accord ende vrienscepe afsloot met het Brugse Vrije.
Uit de inleiding van de verdragstekst blijkt duidelijk dat de burchmeesters en de scepenen vander stede, vrijhede ende cuere van Eecloo ende laten ofte cuerbroeders van diere verzocht hebben ande burchmeesters ende scepenen van den lande vanden Vrijen ende de ghemeene suppoosten en de laten vanden voorseyden lande ende appendantsche van dien te willen de voornoemde goede vrienscepe te continuerene ende onder- | |
[pagina 181]
| |
houden. De stedelijke overheid van Eeklo vroeg dus aan de gezagsdragers van het Brugse Vrije een oude overeenkomst te willen verder zetten; daarvoor deden eerstgenoemden een beroep op een zeker extraict ofte copie uut heurlieden boucken ofte registers, de dato 15 maart 1422Ga naar voetnoot(2).
De verdere inhoud van de nieuwe hanze van 1544 legt vooral de nadruk op een overeenkomst betreffende gerechtelijke procedures en het issuwe-recht. Wat het eerste betreft zullen beide partners niet en moghen useren noch procederen bij vanghynghe, arrest ofte lettinge omme onbewettighe civile zaecken, maer moeten volghen te wette voor elcx daer behoort in d'eerste instantie. Wat het tweede aspect aangaat en zullen voortaan gheen issuwe gheven noch nemen van goede, toecommende oft vercregen bij successie, versterfte, huwelicke noch anderssins, onder elcx anders limite ende juridictieGa naar voetnoot(3). Bij eventuele moeilijkheden bij de toepassing van deze clausules, zullen beiden interpretatierecht hebben en daarna besluiten ghesaemder handt alzoot behooren zal. Dit akkoord werd door de pensionarissen of juridische adviseurs van het Brugse Vrije en Eeklo ondertekend ter bekrachtiging ende hieraf zijn ghemaect twee acten van ghelycken inhoudene.
Op 1 met 1548 deden de gezagsdragers van het naburige Maldegem een analoge aanvraag bij het Brugse Vrije maar het rekwest werd afgewezen nadat de magistraat van Eeklo daartegen protest had aangetekend. Dit betekende dat Eeklo tegenover het belangrijke gewest van het Brugse Vrije zijn voordeelverdrag gaaf wilde stellen en duidelijk deze voorrang met Maldegem niet wilde delenGa naar voetnoot(4).
Dergelijke hanzen zijn echter elders in Vlaanderen nog wel aan te stippen. Op 18 juli 1545 sloot het Brugse Vrije bijvoor- | |
[pagina 182]
| |
beeld een nog uitgebreider overeenkomst met Veurne-Ambacht; een dergelijke vroegere middeleeuwse hanze was op 19 december 1504 verbroken nadat gebleken was dat Veurne de overeenkomst niet punctueel had nageleefd. Op 3 maart 1540 had het Brugse Vrije overigens ook al een analoge akte opgesteld met de kasselrij IeperGa naar voetnoot(5).
Samenvattend kan men dus stellen dat verschillende kasselrijen of regionale bestuurslichamen soms aloude verdragen hadden afgesloten die, na zekere tijden, ofwel wegens nietnaleving werden verbroken ofwel, om moeizame en veelvuldige geschillen te vermijden, weer werden hernieuwd. Meer en meer echter werden de confrontaties met politieke consequenties, zoals al meermaals aangestipt, door de Brusselse Geheime Raad beslecht, al of niet ten definitieve titelGa naar voetnoot(6). M. Baelde |
|