Biekorf. Jaargang 86
(1986)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 160]
| |
Het vredesverdrag van Farnèse met het Brugse Vrije repressief toegepast (1587)De bewogen geschiedenis van de opstand der Nederlanden tegen Filips II tijdens de tweede helft van de zestiende eeuw leidde uiteindelijk tot de splitsing van onze gewesten. De Tachtigjarige oorlog begon in 1568 en eindigde in 1648. Nu vierhonderd jaar geleden, in de jaren tachtig reeds van die zestiende eeuw, kon Alexander Farnèse, vooral door zijn diplomatieke kwaliteiten, de zuiderse provincies tot vrede brengen met de Spaanse koning. De belangrijkste en uitgestrekte kasselrij van het Brugse Vrije kwam met landvoogd Farnèse aldus tot een vergelijk op 20 mei 1584Ga naar voetnoot(1).
Wie de tekst van dit akkoord nader bestudeert komt alras tot de bevinding en de constatatie dat de inhoud zeer complexe aspecten van het publiekrechtelijke leven trachtte te regelen en dat hier een zeker compromis werd uitgewerkt die beide partijen moest verzoenen en opnieuw tot samenwerking brengen. Heel summier samengevat kwam men toentertijd overeen om Filips II opnieuw als wettig monarch te erkennen, waarbij alle mogelijke vroegere onwetmatigheden zoals vernielingen van kastelen, verwoestingen van kloosters, uitgifte van munten, aanvaarden van een andere vorst en alle mogelijke overtredingen definitief zouden worden vergeven en vergetenGa naar voetnoot(2). Daarenboven werd ook toegestaan dat het Brugse Vrije van al zijn oude voorrechten en privileges zou blijven genieten en dat men dit gewest niet zou belasten met garnizoenen zonder toestemming van de magistraat. Ook zou men de inwoners toelaten om vrijelijk in hun gewest te verblijven zonder daarbij verontrust te worden wegens hun godsdientige overtuiging, voorzover zij leefden sans désordre ny scandal Ga naar voetnoot(3). In totaal werden 23 artikelen uitgevaardigd waarbij aldus | |
[pagina 161]
| |
een algemene amnestie en een normaal leven voor alle burgers en inwoners werden gegarandeerd. Deze pacifikatietekst was te Doornik reeds op 11 mei 1584 volledig opgesteld, maar het traktaat werd - o.m. wegens vertragingsmaneuvers van de stad Gent - eerst op Pinksteren (20 mei) 1584 gepubliceerdGa naar voetnoot(4).
Een tekst met mooie inhoud uitvaardigen is niet hetzelfde als een tekst met dito inhoud ook toepassen. Ieder historicus weet dat, ook in het Ancien Régime, vaak een afgrond ligt tussen het ‘wettelijk’ en het ‘werkelijk’ land. Bij nadere analyse van de publiekrechtelijke tekst van 1584 kan men zich niet van de indruk ontdoen dat veel toegevingen werden gedaan vanwege de vorst en Farnèse om vooral weer ‘voet in huis te krijgen’. Diplomatieke handigheid haalde het zeker op de reële bedoelingen van Filips II. Dit bleek alras bij de werkelijke situatie in het Brugse Vrije in 1587, ook als men de naleving van de pacificatieteksten van Farnèse in andere steden en gewesten vergelijkt.
Op 4 mei 1587, dus amper drie jaar later, werd te Brussel een toepassingsbesluit door Farnèse tegenover de notabelen van het Brugse Vrije bekrachtigdGa naar voetnoot(5). Wat was de aanleiding en de inhoud van deze confirmatie?
Uit de originele tekst, bewaard in het Brugse Rijksarchief en gepubliceerd door L. Gilliodts-Van Severen, blijkt dat de magistraat van het Brugse Vrije zeer achterdochtig stond tegenover een te vrije interpretatie van het in 1584 gepubliceerde traktaat en meer speciaal dan wat het zevende artikel betreft. Het bestuur van het Brugse Vrije verklaarde Combien est dangereuse et pestilentieuse en une république la trop libre conversation, hantise et demeure des héréticques et obstinez en leurs erreurs pour la révolte, sédition et rebellion... oultre le dangier du pernicieulx venin de leurs hérésies et erreurs qu'ils sement à chascune foiz parmy les simples gens. Het grote gevaar dus van de aanwezigheid van ketters en | |
[pagina 162]
| |
opstandelingen in het Brugse Vrije moest volgens de notabelen en bestuurders bezworen worden door radikale maatregelen.
In die zin wensten de bestuurders van het Brugse Vrije een verstrakking van het genoemde traktaat van 1584 zodat bepaalde inwoners of inwijkelingen niet meer zouden kunnen schade toebrengen aan de katholieke godsdienst en aan de autoriteit van de vorst. Derhalve werd voorgesteld dat men niet meer zou toelaten dat ketters zouden blijven resideren in het Brugse Vrije met voorbehoud echter van het verblijf noodzakelijk tot het beheer van de eigen goederenGa naar voetnoot(6). In de toekomst wenste men dus dat alle ketters ofwel zouden emigreren ofwel in het Brugse Vrije zelf zich zouden gedragen selon les ordonnances de nostre mère Saincte Eglise apostollicque romaine.
Deze ietwat juridisch geformuleerde passages werden dan aangevuld met de vraag aan de landvoogd Farnèse om deze vernauwende interpretatie van het traktaat van 1584 te onderschrijven en te bekrachtigen. Uit de verdere tekst volgt dat Farnèse, omwille van het behoud van de katholieke godsdienst en pour le bien, repoz, tranquillité et asseurance du dit pais, de resolutie van het Brugse Vrije onderschreef selon et en la forme et manière qu'ilz proposent, et ce pour tousjours et à jamais. Verder zou hij ervoor zorgen dat ook Filips II deze beslissing zal ratifiëren.
Samenvattend kan men uit al het bovenstaande besluiten dat de beloften van amnestie en voor verdraagzaamheid tegenover andersdenkenden in het Brugse Vrije in 1587 werden opgeheven en dat men dus duidelijk streefde naar een monarchaal en exclusief katholiek bestuurssysteemGa naar voetnoot(7). Ongetwijfeld heeft de situatie van het Brugse Vrije tegenover het ‘dreigende Noorden’ en de voorbije perikelen met de Calvinisten in de eigen streek en in Brugge zelf deze reactionaire houding medebepaald. Daarenboven werden nu de richtlij- | |
[pagina 163]
| |
nen van het Concilie van Trente strikt toegepast zodat in het Brugse Vrije zoals in de stad Brugge de echte Contra-Reformatie een aanvang kon nemenGa naar voetnoot(8). De tijd van de ‘Pacificatie van Gent’ in de Nederlanden was toen duidelijk en definitief voorbijGa naar voetnoot(9). M. Baelde |
|