gelegimiteerd werd als Frederic Lagravière. Florent Lagravière die als boekdrukkerscompagnon of als letterzetter werd vermeld, had vijf kinderen: de reeds gemelde Frederic (1835-1885), Leonie (1844-1849) en verder Julien (o 1847), Louis (o 1849) en Leontine (1851).
Tussen 1845 en 1854 verbleef het gezin op zeven verschillende adressen, achtereenvolgens: Langerei B9-1, Snaggaardstraat F6-77, Carmersstraat F5-37, Carmersstraat A9-15, Jeruzalemstraat A8-48, Jeruzalemstraat A8-43 en Carmersstraat A8-532. Een nomadenleven dus, van de ene bescheiden en soms overbevolkte woning naar de volgende. Geen wonder dat Lagravière aan Beeckman vroeg zijn correspondentie te laten geworden op het vast adres van drukker Daveluy. In de periode 1848-1853 was Lagravière zeer actief als rechterhand van Beeckman en kon hij de uitgever heel wat explosieve informatie overmaken. Hierbij kwam hij zelf nooit op het voorplan en wist wellicht niemand met zekerheid, behalve Beeckman, wie de anonieme tipgever van het ‘Brugsche Vrije’ was. Om deze anonimiteit te beschermen bleven zijn persoonlijke contacten met Beeckman tot een minimum beperkt en gaf hij veel berichten schriftelijk door.
Oktober 1853 betekende het einde van Beeckmans' ‘Brugsche Vrije’. De oude, in het nauw gedreven man, ging zijn nood klagen bij een heer Ruyssen, aan wie hij o.m. de namen van zijn medewerkers vernoemde, en in tegenprestatie voor een overname van de resterende schulden door het bisdom, beloofde zich met de Kerk te verzoenen. Wat geschiedde. Werd van Lagravière, ten gevolge van de mededelingen van Beeckman, het leven zuur gemaakt? Het is niet onmogelijk dat zijn medewerking aan het door velen gehate ‘Brugsche Vrije’ in ruimere kring uitlekte en dat hij hierdoor moeilijkheden kreeg. Vast staat dat hij op 28 april 1854 naar Oostende verhuisde. Zijn werkgever Edouard Daveluy (Gent 1812 - Brugge 1894) richtte in dat jaar een bijhuis op in Oostende en het is daar dat Lagravière en ook zijn zoon Frederic gingen werken. Waarschijnlijk in 1859 vestigde Florent Lagraviére zich als zelfstandige drukker in de Christinastraat 45. Vanaf september van dat jaar was hij de drukker van het onpartijdig informatieblad ‘Le Phare d'Ostende’, dat in januari 1857 was gesticht door Edouard Daveluy. Succesvol zal het niet geweest zijn. Vanaf 2 mei 1860 drukte Lagravière de krant bij Jean Elleboudt, en einde 1861 verdween ze.