Tienke da 't mis is
In het artikel ‘Vellen “vullen” een Westvlaams pseudo-ingwaeonisme’ (Biekorf 1984, afl. 4. blz. 381-383) citeert F. de Tollenaere de tekst van J. Van Loon, die op zijn beurt naar Van Loey verwijst (blz. 382). In een aangehaalde woordenreeks treffen we dincken aan, ingweoonse ontronding van dunken. Wat verrast zien we die vorm vermeld staan onder klankwettige ontronding die nu helemaal verdwenen is.
Westvlamingen zullen deze vorm onmiddellijk als nog gebruikt herkennen, evenwel niet met de i van pit (put), maar wel met de korte ie van blienken (blinken). Zowat uitsluitend, maar nog zéér courant komt deze vorm van dunken voor in de uitdrukking ‘'t dunkt me dat’. Wvl. uitspr. tienke da.
Wat J. Van Loon noteerde blijkt dus onjuist. Om het beleefd en genuanceerd op zijn Westvlaams te zeggen: tienke me da 't mis is.
J. VAN ISEGHEM