Keismijters van Keijro (vraagw. 1984, blz.103)
De keismijtersgilde te Roeselare of gilde van Keijro (1774) vermeld in Rond den Heerd in 1881, moet nog veel ouder zijn dan 1774.
In de jaren 1500 trok de gilde van de Rozebekers uit Brugge jaarlijks op bedevaart naar Westrozebeke ‘ende maeckten aldaer goede cier’.
Zegher van Male, die dit in zijn Lamentatie beschrijft, voegt eraan toe dat de Rozebekers in het terugkeren ‘sonderlynghe te Rousselaere den mallaert ende Jorken van Keyschote (waren) maeckende’ (A. Dewitte en A. Viaene, De Lamentatie van Zeghere van Male 1590, uitg. 1977, blz. 75).
De uitgevers van de Lamentatie noteren bij Jorken van Keijschote als woorduitleg (blz. 177): een mal figuur uithangen. Zie s.v. keijaert en vgl. kei (een kei hebben, een kei snijden) bij Bruegel.
De Roeselaarse gilde van de keismijters of van Keijro kan dus zoveel betekenen als zotte gilde, gilde van plezier, en de keischieterij te Roeselare is dus heel wat ouder dan 1774!
A.B.