Biekorf. Jaargang 84
(1984)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 310]
| |
Hubertus Goltzius en Marcus Laurinus in 1566: de breuk in hun samenwerking.De herdenkingstentoonstelling met catalogus gewijd aan Hubertus Goltzius (+ 1583), kunstenaar, drukker en numismaat, heeft opnieuw de aandacht getrokken op leven en werk van deze te Brugge overleden persoonlijkheidGa naar voetnoot(1). Enkele problemen in dit verband bleven, ook na de publikatie van de catalogus, onopgelost. Bijvoorbeeld is het nog steeds een open vraag waarom de activiteit van Goltzius' Brugse drukkerij in 1566 werd stilgelegd. Pas in 1574 verscheen er opnieuw een bij Goltzius gedrukt werk en in 1576 zou Goltzius' drukkerij definitief stilvallen. Tussen 1574 en 1576 verschenen slechts drie boekdelen, terwijl er tussen 1563 en 1566 niet minder dan zestien volumes door de ‘Officina Goltziana’ werden gepubliceerdGa naar voetnoot(2). De eigenlijke activiteit van de drukkerij moet dus tussen 1563 en 1566 worden gesitueerd. Deze korte bijdrage wil een antwoord geven op de vraag waarom Goltzius precies in 1566 ophield te drukken. Vooraf dient hier wel te worden onderstreept dat de argumenten die we zullen aanbrengen, uiteindelijk slechts kunnen leiden tot een, o.i. wel geloofwaardige, hypothese.
Goltzius' activiteiten te Brugge moeten in verband worden gebracht met het mecenaat van zijn vriend Marcus Laurinus jr., heer van Watervliet, Waterland en Lambersart (1525-1581)Ga naar voetnoot(3). In 1558 sloten Goltzius en Laurinus een belangrijke overeenkomst. Goltzius zou volgens deze overeenkomst op kosten van Laurinus een drukkerij beginnen, waarin Laurinus' vrienden, humanistische geleerden uit het Brugse milieu, hun werk zouden kunnen laten drukken. Daarnaast zouden ook enkele groots opgezette publikaties met betrekking tot de klassieke Oudheid, worden gedrukt en uitgegeven waarvoor zowel Goltzius als Laurinus het materiaal moesten leveren. Goltzius' aandeel in dit werk was hoofdzakelijk grafisch. Het concept, het initiatief en | |
[pagina 311]
| |
de inhoud van die publikaties zouden het werk zijn van Marcus Laurinus, samen ook met zijn broer Guido. In verband met de drukkersactiviteit van Goltzius moet hier opnieuw worden gesteld dat Goltzius' rol uitsluitend technisch is geweest. Marcus Laurinus speelde als het ware de rol van uitgever: het was zijn vriendenkring die van de publikatiemogelijkheid gebruik kon maken. Laurinus' rol in het culturele leven beperkte zich overigens niet tot die van uitgever. In zijn buitenverblijf te Sint-Kruis richtte hij nog een bibliotheek en museum in, met een semi-openbaar karakter, opnieuw bestemd voor het Brugse humanistenmilieu.
Belangrijk voor ons onderwerp is dat Marcus Laurinus vanaf 1566 eigenaar was van het zogeheten ‘Hof van Sint-Joris’, thans het nr. 23 van de Oude Burg te BruggeGa naar voetnoot(4). Tot aan haar dood in 1565 had zijn moeder nog in dat huis gewoond, maar bij de definitieve boedelscheiding werd het grote huis, later ‘Hof van Watervliet’ genaamd, aan Marcus Laurinus toegewezen. Hij betaalde daarvoor 350 pond aan zijn broer Guido, de helft van de geschatte waarde van het huisGa naar voetnoot(5). Marcus Laurinus verhuisde dan van zijn eerste woning in de Gouden Handstraat naar het nieuw ‘Hof van Watervliet’ in de Oude Burg. Het is duidelijk dat Laurinus kosten noch moeite zal gespaard hebben om zijn nieuwe woning, waar hij ook een muntenkabinet zou installeren, te verbouwen en in te richtenGa naar voetnoot(6). In 1567 verwierf hij dan nog het aanpalende ‘Hof van Beveren’ in de Nieuwstraat, zodat hij beide ruime herenwoningen tot één complex kon uitbouwenGa naar voetnoot(7).
Het is in elk geval opmerkelijk dat Laurinus' verwerving van het huis in de Oude Burg precies samenvalt met de stopzetting van Goltzius'bedrijf, in 1566. Het ligt o.i. dan ook voor de hand dat er verband kan bestaan tussen bei- | |
[pagina 312]
| |
de gegevens. Laurinus' belangstelling voor het drukkersbedrijf zal vanaf 1566 fel getaand zijn. Hij moest al zijn energie en financiële mogelijkheden besteden aan de verwerving, de verbouwing en de inrichting van zijn nieuw huis. Daarvoor moest hij naar alle waarschijnlijkheid zijn uitgeversactiviteit en zijn steun aan drukker Hubertus Goltzius staken. Goltzius' drukkerij zou sindsdien niet meer van de grond komen. Laurinus' vermogen was door overstromingen van zijn uitgestrekte polders in 1565 en vooral in 1570 zeker fel geslonkenGa naar voetnoot(8). Een privé-drukkerij financieren én twee herenwoningen verbouwen en inrichten behoorde niet meer tot zijn mogelijkheden. Bij het overlijden van Marcus Laurinus in 1581 meende Goltzius nog aanspraak te kunnen maken op een schuld van meer dan 2000 pond. Het is dan ook niet te verwonderen dat Goltzius in 1582 beslag liet leggen op het ‘Hof van Watervliet’ en de aanpalende huizen. Guido Laurin, broer en erfgenaam van Marcus Laurinus, kon het complex toch nog in het familiebezit behoudenGa naar voetnoot(9). Goltzius zal vanaf 1566 niet zonder verbittering hebben vastgesteld dat zijn ontplooiingskansen werden beknot door de veranderde belangstelling van zijn mecenas. Is het te gewaagd om de beslaglegging van 1582 als een posthume wraakneming te interpreteren? n. geirnaert. |
|