Biekorf. Jaargang 84
(1984)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 169]
| |
Een niet-aangestelde brugse schepen in ere hersteld (1566)Tijdens het Ancien Regime werden de schepenen van de steden in Vlaanderen ieder jaar opnieuw aangesteld, meestal door commissarissen, d.w.z. afgevaardigden van de vorst. Die ‘wetsvernieuwingen’ zijn nog in onvoldoende mate bestudeerd en men weet dus eigenlijk niet hoe dit mechanisme tot in zijn laatste raderen functioneerde. Sinds de zestiende eeuw werd, in ieder geval, de controle van de centrale overheid over bepaalde magistraatvernieuwingen veel strakker. Bij mogelijke onregelmatigheden was vooral de Geheime Raad bevoegd om in te grijpenGa naar voetnoot(1).
Een eigenaardig voorbeeld in dit verband wordt geleverd door Jehan Speech, bourgeois de la ville de Bruges die, samen met de proosten en de gezworenen van de Munt, een rekwest indiende te Brussel omdat de commissarissen van de wetsvernieuwing besloten hadden eerstgenoemde te wraken en door een ander burger dus als schepen te vervangen. Deze beslissing werd formeel genomen op basis van muntprivileges waardoor Speeck als suppoost van de Munt niet verplicht kon worden om nog andere functies te vervullen.
Op het eerste gezicht steunde dit wraken op een verkeerde interpretatie van de tekst van de privileges want l'on ne debvroit interpreter lesdictes leurs previlèges à leur desadvantaige, deshonneur, préjudice ou intérestz, comme estans donnez et octroyez en leur faveur.
Nochtans, eerst hadden de commissarissen, op 7 oktober 1566 créé, constitué et publiquement dénommé entre aultres ledict Jehan Speeck, principal suppliant, pour l'ung des eschevins d'icelle ville (lequel avoit esté prest de en faire son serment); il auroit pleust aux burgemaistres et eschevins de ladicte ville, en son absence et luy non appelé ny oy, de donner à entendre ausdicts commissaires que ledict suppliant, pour estre suppost et joyssant des franchises de ladicte franche monnoie, ne debvroit estre recue ny admis à serment duduct estat d'eschevin.
Op aandringen van de vroegere magistraat dus hadden de commissarissen de reeds benoemde Speeck door een ander | |
[pagina 170]
| |
burger vervangen en deze laatste als schepen aangesteld, niettegenstaande Speeck vroeger reeds zevenmaal van het college had deel uitgemaakt maar (hier komt het) l'ung le disant sectaire, l'autre le réputant pour monopoliser de grains.
Na advies verkregen te hebben zowel van de commissarissen als van het oude en het nieuwe schepencollege verklaart de Geheime Raad tenslotte dat Jehan Speeck a esté destitué et déporté dudict estat d'eschevin à tort et sans aulcuns sa faulte de mérite et occasion, le restituant et remectant quant à ce à ses bonnes fame et renommée ainsi qu'il estoit auparavant son déport; et pour l'advenir luy, et ses semblables alliéz aux francqz monnoyez, soient capables dudict estat et aultres semblables de ladicte ville.
Dit officieel eerherstel moest worden gepubliceerd en la vierschare et plain consistoire d'icelle villeGa naar voetnoot(2).
De uitspraak van de Geheime Raad werd gedaan te Brussel, op 23 december 1566, twee maanden slechts na de feiten. De betrokkene werd dus in zijn eer maar niet in zijn schepenambt hersteld. Op te merken valt dat de gehele procedure ook begrijpelijker wordt wanneer men ze plaatst in het kader van een strengere controlepraktijk tegenover enigszins ‘verdachte’ schepencolleges in de jaren zestig van de zestiende eeuw. Uit de geciteerde tekst blijkt immers duidelijk dat de verkozen schepen niet onbesproken was qua godsdienstige overtuiging en qua commerciële praktijken.
m. baelde |
|