Biekorf. Jaargang 83

[p. 84]

De markten van Reninge

Reninge kende in oude tijden een befaamde paardenmarkt. Toen de Fransen ons land veroverden en informatie inwonnen over de bestaande foires in het département de la Lys, berichtten de Reningenaren dat ze drie foires aux chevaux exclusivement hadden: de laatste zaterdag van april, de zaterdag vóór 22 juli (feest van de H. Maria Magdalena) en de eerste zaterdag van october.

Er was ook een maandelijkse markt, die nogal veel bezoekers uit het omliggende trok. Op zeker ogenblik was deze markt het voorwerp van contestatie. Op 1 vendémiaire jaar V (22 sept. 1796) legde de commissaire du pouvoir exécutif van het kanton Elverdinge, waaronder Reninge viel, klacht neer te Brugge tegen zijn adjoint van Reninge omdat hij een reactionnaire en onvaderlandse aanplakbrief had laten uithangen. Bovenaan dit aanplakbiljet stond wel gedrukt Republique Française, Liberté, Egalité, Fraternité, maar het druksel berichtte dat de markt van Reninge, opgericht bij octrooi van 1670, gehouden werd t'elcken tweeden dyssendagh van ieder Maend en dat vooral peerden, koeyen, schaepen, zwins als alle andere koopmangoederen er verhandeld werden.

De adjoint stoorde zich dus niet aan het verplichte gebruik van de republikeinse kalender, hield het bij het Ancien Régime en de tweede dinsdag der maand, zoals van over ouds. Bij de commissaire was vooral het bericht in het verkeerde keelgat geschoten dat de marktdatum verplaatst werd naar daags nadien als deze tweede dinsdag op een Heyligh-dagh viel⁽¹⁾!

Toen de bestuurders van het Leiedepartement op 12 messidor VI (30 juni 1798) voor de week- en andere markten hun tableau des foires opstelden volgens de nieuwe kalender, achtten zij het voorzichtiger Reninge niet te vermelden⁽²⁾.

In de kantonnale almanakken uit de eerste helft van de vorige eeuw, die zo stipt en uitvoerig markten en jaarmarkten opgeven, is de dinsdagmarkt van Reninge niet meer te vinden. Maar de paardenmarkten staan er wel. In de kantonnale almanak van 1843 bij voorbeeld staan de drie paardenforen van Reninge: 24 april, 10 juli en 2 oktober.

De paardenmarkten van Reninge konden geen stand houden. Net zoals de paardenmarkten van Lo en Poperinge, werd de paardenmarkt van Reninge in de vorige eeuw overvleugeld door de grote markt van het nabije Elverdinge, die zo sterk uitbreidde dat er in 1852 daar zelfs vier paardenmarkten per jaar werden gehouden⁽³⁾.

In 1876 was het verval van de Reningse paardenfoor al zo ver gevorderd dat nog enkel de markt van 12 juli wordt opgegeven; de paardenforen in voor- en najaar bestonden niet meer.

De laatste provinciale almanakken vóór 1914 maken echter opnieuw melding van drie paardenmarkten: de laatste zaterdag van april, 18 juli en 27 augustus, en zelfs van een wekelijkse vrijdagmarkt.

(1) Rijksarch. Brugge, Fr. Arch., nr. 1.075.

(2) Biekorf 1969, blz. 116-117.

(3) C. en P. TAMBORYN, Geschiedenis van Elverdinghe (Brugge, 1929), blz. 132.

[p. 85]

Deze laattijdige heropstanding en uitbreiding van de markten in het (kleinere) Reninge, is waarschijnlijk het gevolg van een inspanning van overheidswege. Of ze succes hadden is een andere vraag.

Zeker is het in alle geval dat alles wat markt of jaarmarkt was met de oorlog van 1914-18 voorgoed uit Reninge verdwenen.

L.V.A.