Biekorf. Jaargang 82

[p. 219]

Een Bruggeling tot notaris benoemd door de geheime raad (1555)

Het ambt van notaris in de zestiende-eeuwse Nederlanden werd door een speciale ordonnantiepassus van 7 oktober 1531 aan bepaalde voorwaarden onderworpen. Om dit belangrijk ambt uit te oefenen moest men zich in één van de provinciale raden aanbieden en zich daar aan een onderzoek onderwerpen vooraleer aangesteld te worden⁽¹⁾.

Aldus is het in zekere zin logisch en normaal dat Loys Felicx, onlancx gecreêert notaris, ingeboren der stede van Brugghe een rekwest indiende bij de Geheime Raad te Brussel ten eynde dat hij zoude toegelaeten ende geadmitteert worden om tzelve notarisschip te mogen exerceren ende bedienen over alle dese Zijne Majesteits Nederlanden⁽²⁾. Niet één provincie dus maar wel de gehele toenmalige Nederlanden vroeg deze notaris als ambtsgebied.

Nadat deur 't rapport vander examinatie des suppliants bij eenen van hemlieden gedaen vander nutheyt ende ydonieteyt vander voirnoemden Loys Felicx gebleken was dat er geen echt beletsel was, hebben de president en de leden van de Geheime Raad de voomoemde Felicx geadmitteert hem gevende oirlof ende consent uuyt zunderlinghe gracie bij desen tvoirseyde notariscip te mogen bedienen ende exerceren alomme bijnnen deze Zijne Majesteyts erfnederlanden mits bij hem onderhoudende ende achtervolgende de pointen ende articlen inden jaere XV^c ende eenendertich geadviseert, gesloten en bij gescrifte gestelt op tfeyt vande notarissen ende d'andre ordinanciën die Zijne Majesteyt dien aengaende noch zoude mogen maken oft doen publiceren⁽³⁾.

Voor de eigenlijke aanstelling was dan nog de ambtseed af te leggen in handen van Hermes Van Wingene, raadsheer in de genoemde Geheime Raad⁽⁴⁾.

M. BAELDE

(1) Een gedeelte van die passus luidt als volgt: ‘nous avons statué et statuons que doresnavant nul sera admis audit estat, fors gens bien famez et renommez, et ceulx qui par examen des chiefz et gens de nos consaulx et juges provinciaulx en chascun pays respectivement y seront trouvez expers, habilles et souffisans, et pour telz approuvez, et qu'il en appert par acte desdits consaulx et juges provinciaulx,...’: Recueil des Ordonnances des Pays Bas, 2e reeks, deel 3 (1902), blz. 266.

(2) Op basis van een beslissing van de Geheime Raad, berustend te Brussel, Algemeen Rijksarchief, Oostenrijkse Geheime Raad, nr. 671, fol. 114.

(3) Voor een paar analoge gevallen, met interessant commentaar, zie Brussel, idem, nr. 672, fol. 126 en 128.

(4) Voor een korte biografische schets van deze jurist, zie M. BAELDE, De Collaterale Raden onder Karel V en Filips II, Brussel, 1965, blz. 329.