Biekorf. Jaargang 82
(1982)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 127]
| |
De zeven getijden in PoperingeIn de 15de eeuw werden in vele plaatsen fondaties opgericht om de kanonieke uren of zeven getijden te lezen. Het waren soms echte instellingen, ook op het platteland, die goederen beheerden, en distributies uitdeelden aan de aanwezige priesters, kapelanen en kosters die op die getijden aanwezig waren. Vandaar soms de naam distributie om de getijden zelf aan te duiden. Over die zeven getijden is eigenlijk weinig bekend. Zelfs over de zeven getijden in de steden, die vaak opklimmen tot de jaren 1300, is weinig gewetenGa naar voetnoot(1). Wel is het opvallend dat de stichtingen op het platteland gelijkenis vertonen met de stedelijke instellingen van die aard; waarschijnlijk werden de distributies, commuun der seven getyden of hoe deze stichtingen ook genoemd werden, in de kleinere steden en de dorpen afgekeken van de stedelijke gelijkaardige instellingen. De meeste distributies vervielen in de laatste helft van de 16de eeuw, toen er schaarste aan priesters was en de zeven getijden daarom moeilijk konden volgehouden worden. Sommige van die stichtingen bleven onder één of andere vorm bestaan tot aan de Franse Tijd en werden een soort inkomstenbron voor de parochiegeestelijkheid, in aanvulling van hun gewone inkomsten. De vraag kan worden gesteld of de oorspronkelijke verplichting tot opzeggen van de getijden werd volgehouden tot aan de Franse Tijd. De fondatie tot singhen het officie elcken dag in Sint Bertens in Poperinghe bestond nog in 1787 toen het met de andere kerkelijke inkomsten werd aangegeven aan Jozef II. Onder alle Westvlaamse aangiften van die aard is de Poperingse aangifte de enige die uitdrukkelijk melding maakt van de zeven getijdenGa naar voetnoot(2). Deelachtig in deze fondatie waren in 1787 den pastor, vice-pastor, sangmeester, capellaen ende koster van Sint-Bertenskercke. De stichter was een leek; in 1787 was zijn naam nog bekend: Guilebert de Ruples, Raed ende tresorier van oorloghe van Sijne Hoogheyt Charles Hertoghe van Bourgoigne, gebortig van Poperinghe. | |
[pagina 128]
| |
De familie de Ruples kwam inderdaad in Poperinge nog voor. Een Jan de Ruples was er in 1457 en 1478 notarisGa naar voetnoot(3). In 1787 was de oorspronkelijke stichtingsoorkonde verdwenen. Men bevond echter in een cleyn registerken, inhoudende de goedingen deser fondatie van den jaere 1645, dat de fondatie gedaen werd in december 1472. De fondatie had in 1787 nog een administrateur (ont vanger?) die het archief bijhield en de gelden beheerde. Wellicht verdween alles in de Franse Omwenteling.
L. VAN ACKER |
|