Het kasteel van Tillegem
In de tentoonstelling Vlaamse Kunst op Perkament was onder nr. 118 een getijdenboek in Gent-Brugse stijl (begin 16e eeuw) te zien, waarvan de getoonde miniatuur een prelaat voorstelde, met op de achtergrond een kasteel, vermoedelijk uit de Brugse omgeving (blz. 277 van de Catalogus). Onmiddellijk trof ons de gelijkenis met het kasteel van Tilllegem te Sint-Michiels.
Het middeleeuwse kasteel van Tillegem is ons bekend door een prent in Sanderus Flandria Illustrata uit 1641 en een iets oudere prent uit het Rijksarchief, voor het eerst door M. Lemaigre in De woonstede door de eeuwen heen (nr. 15. oktober 1972) afgedrukt; beide prenten hebben we ook gebruikt in onze nota in het eerste deel van Het groot kastelenboek van België (1976, blz. 246-247).
Het kasteel van Tillegem was een vierzijdig omgracht gebouw, voorzien van vier hoektorens en van een hoofdtoren (met ingang) in het midden van de voorvleugel. De achtervleugel, de twee zijvleugels en de poorttoren werden waarschijnlijk in het begin van de 19de eeuw gesloopt. De oudste nog bestaande gedeelten stammen uit de 14de eeuw; de hoektorens lijken in de 16de eeuw verbouwd; de voorvleugel werd op het einde van de 19de eeuw van een neogotische gevel en van een nieuwe toren voorzien.
Het kasteel van Tillegem, zoals het op de twee reeds vroeger bekende prenten afgebeeld is, is te identificeren met het kasteel op de miniatuur. Door het lage standpunt van de miniaturist zijn twee kasteelvleugels niet zichtbaar; ook de zuidoostelijke hoektoren ontbreekt, alhoewel die wel te zien was. Zeer gelijkend is de westpartij met de poorttoren (met schilddak) omgeven door twee gebouwen, waarvan het linkse enkel een gelijkvloerse, het rechtse ook nog een bovenverdieping had. Verder de opbouw van de hoektorens met de kenmerkende afschuining van de muren, de plaats van de vensters en de schouwen.
Een archeologische studie van het gebouw, bij gelegenheid van de geplande restauratie door het Provinciebestuur, zal ons gelegenheid geven nader op de bouwgeschiedenis in te gaan.
Luc DEVLIEGHER