De Brugse pers van 1825 tot 1830
In Biekorf 1964 deelde F. Didier, onder de titel De Westvlaamse pers in de jaren 1815-1830, enkele gegevens mee waarin hij o.m. de oplage van de Brugse kranten vermeldt op basis van het rapport door gouverneur de Baillet opgesteld ten behoeve van de (Hollandse) ministers de la Coste (Binnenlandse Zaken) en Van Maanen (Justitie).
De gegevens die F. Didier op het Rijksarchief vond, zijn wat verschillend van de informatie die door het stadsbestuur van Brugge aan de gouverneur werd overgemaakt, en dit voornamelijk wat betreft de oplage. Voor de Gazette der Provincie Westvlaanderen en van de stad Brugge geeft de gouverneur als oplage 375 ex. De uitgever J.F. Bogaert had aan de stad een meer genuanceerd cijfer doorgegeven: 300 à 350, soms tot 450 exemplaren.
Voor de Standaerd van Vlaanderen heeft de provincie 350 ex. op, waar de uitgever P. De Vliegher gemeld had: 350 à 400 exemplaren. De provincie heeft dus, in haar antwoord aan de ministers, slechts één cijfer weerhouden.
Nog een paar aanvullende bemerkingen bij de tekst van F. Didier. Voor de Gazette van de Provincie Westvlaanderen en van de stad Brugge is de eigenaar, drukker en uitgever: Jan Frans Bogaert (en niet H. Bogaert). J.F. Bogaert geeft in zijn brief aan de stad als stichtingsdatum voor zijn krant 1795 op, en bekent dus geen rechtstreekse filiatie met het Vaderlandsch Nieuwsblad van 1792 en het Brugsch Nieuwsblad van 1793, die door zijn vader Joseph Bogaert werden uitgegeven.
Voor de Standaerd van Vlaanderen, die pas sedert 20 oktober 1829 onder die naam verschijnt, geeft uitgever Pieter De Vliegher wél de rechtstreekse filiatie met de vroegere Nieuwe Gazette van Brugge, gezien hij in zijn brief van 17 juni 1830 naar de stad schrijft... dat ik mijn dagblad gedruckt en uytgegeven heb sedert 15 februari 1814.
P. De Vliegher was dus bang noch beschaamd de herinnering op te roepen aan de titel van het blad, waarin in 1827 bijdragen tegen Willem I verschenen waren die hem in 1828 een veroordeling door het Assisenhof en een hechtenis hadden opgeleverd.
In zijn brief van 17 juni valt niet af te lezen dat hij minder dan 14 dagen later het blad zal overlaten aan de keersgieter Rombout Boeteman-Janssens (op dat ogenblik nog geen 26 jaar). R. Boeteman laat het blad vanaf 1 juli 1830 drukken bij C. De Busschere, die zijn intrek neemt in een eigendom van Boeteman, Korte Vuldersstraat C2-53 (thans nr. 16).
Lit.: Stadsarchief Brugge - Politiedossier 1829-1830; R. VAN EENOO, De Pers te Brugge 1792-1914. Bouwstoffen, nrs 55, 97 en 130; J. DE SMET, De nieuwsbladen in West-Vlaanderen van 1814-1815 en 1825, Biekorf 1953, blz. 190; F. DIDIER, De Westvlaamse pers in de jaren 1825-1830, Biekorf 1964, blz. 129-133.
A. VAN DEN ABEELE