Biekorf. Jaargang 81
(1981)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 59]
| |
Een legaat uit 1754 voor de grooten catechismus van Sint-Jacobs te BruggeOp 17 november 1754 werd voor notaris Jacques Henry Suvée te Brugge een legaat geacteerd ten proffijte van den Cathecismus der prochiaele kercke van Sint Jacobs in dezelfde stadGa naar voetnoot(1). Erflater was Cornelis de Vos, Antwerpenaar van herkomst, professor aan het bisschoppelijk seminarie te Brugge en kanunnik van Sint-DonaasGa naar voetnoot(2). Als uitvoerders van zijn testamentaire beschikkingen fungeerden twee collega's uit hetzelfde kapittel: Antonius van Tienvelt en Petrus Siboons. Deze hadden het niet gemakkelijk gehad om de vrome wensen van hun overleden vriend te vervullen. De erfgenamen van de Vos verbleven immers in Spanje, in Puerto Santa Maria, en hadden hen vooraf procuratie moeten verlenen om in het sterfhuis te komen en te schikken wat te schikken viel. Wij weten dit uit een tweede akte in aanhangsel aan deze van het legaat, verleden voor notaris Alberto de Leon op 3 mei 1754, uiteraard in het Spaans. Dat document is op 18 juni daaropvolgend te Gent in het Nederlands vertaald geworden door de gezworen vertaler George Bello, en er 's anderendaags door de Stad voor echt en waar verklaard. Het legaat zelf is uiteindelijk namens de boekhouder van den Disch van Sint-Jacobskerk in ontvangst genomen door Ignace van Tours. Het bestond uit drie obligaties van samen 600 pond grooten Vlaams, uitgegeven door het Brugse Vrije. Een tranche van 100 pond had oorspronkelijk toebehoord aan Marie-Therese de Vos, allicht een bloedverwante, en was bij haar dood te beurt gevallen aan de kanunnik; de overige 500 had hij blijkbaar zelf verworven. Het Vrije moest in die jaren geregeld beroep doen op de geldmarkt, niet alleen voor het uitvoeren van openbare werken, maar ook om zijn aandeel in oorlogslasten te kunnen delgen. De wilsbeschikking van Cornelis de Vos is ons bekend uit een kopie van de notariële minute, en wel deze afgele- | |
[pagina 60]
| |
verd aan het kerkbestuur van Sint-Jacobs. Zij draagt immers achteraan, ondertekend door pastoor L. Jooris ten jare 1778, een tweeledige nota waarin naar latere omzetting van hetzelfde kapitaal wordt verwezen. De tekst uit 1754 verschaft bitter weinig verduidelijking over de concrete besteding van het geld. Wat bedoelde de erflater met de Grooten Catechismus, woorden die als titel op de omslag van de akte prijken en voor de executanten duidelijk geen problemen stelden? Wij kunnen dienaangaand best bij tijdgenoten van de Vos te rade gaan. Op 28 juni 1753 overleed te Brugge bisschop de Castillon. Ook hij trof schikkingen om de kerken van Sint-Salvator, Sinte-Anna én Sint-Jacob elk met 300 pond wisselgeld te begiftigen. Met de intrest van dat kapitaal zouden de kerkbesturen jaarlijks prijzen moeten kopen voor de jongeren die in de catechismus zouden onderwezen wordenGa naar voetnoot(3). Bisschop Robertus-Gislenus Caimo, van zijn kant, wachtte niet op zijn dood om gelijkaardige voorzieningen te treffenGa naar voetnoot(4). Hij liet op 10 februari 1775 voor notaris Carolus Donny een akte verlijden bij donatie inter vivos, die men noomt metter warmerhandt, ten voordele van de catechismus vande aerme bejaerde dischgenotene vande prochiaele kercke van Sinct Gillis. Evenzo gebeurde het in proffijtte vanden aermen Cathechismus van bejaerde persoonen der prochiaele kercke van Sinte Catharina te Brugge. Cornelis de Vos sluit dus aan bij een gebruik in hogere kerkelijke middens van het bisdom Brugge halfweg de 18e eeuw. Hij heeft het niet nodig geacht over de besteding van het geld iets meer concreets te stipuleren. Wat hem betrof berustte het inkomen in goede handen, en kon het kerkbestuur er ad libitum over beschikken zo het maar binnen de belangen van de catechismus bleef. Dat er op het afschrift van de akte vermeld staat Grooten Catechismus roept even de herinnering op aan het recenter begrip Grote Lering, zijnde de onmiddellijke voorbereiding op vormsel en plechtige communie, met grondige kennis van de catechismus. Maar dat kan niet meer zijn dan een onderstelling. Of uit de opbrengst van het legaat de Vos ook geput is om arme lieden te ondersteunen, op voorwaarde dat zij geregeld catechismusles kwamen volgen, zoals bisschop Caimo bepaalde, | |
[pagina 61]
| |
is mogelijk, maar uit de beschikbare tekst niet te bewijzen Weliswaar officieert de boekhouder van den Disch. De akte van notaris Suvée is inmiddels een interessant document inzake notariële en rechtstermen uit de 18e eeuw.
G. Gyselen | |
Bijlage
| |
[pagina 62]
| |
van saecken daer oppe ghedruckt in groenen huwele, ten passeren van desen ghesien. Welcke heeren comparanten uijt craghte van de voorschreven procuratie ende de prevocable maght daer inne begrepen, hebben uijt den naem van hunne Consituanten verclaert soo sij doen bij desen, op te draegen, cederen ende transporteren aen ende ten proffijte van den Cathecismus der prochiaele Kercke van Sint Jacobs binnen dese Stadt, ter presentie van D'heer ende Meester Ignace van Tours Loco den heer Boeckhouder vanden Disch vande selve Kercke, alhier mede comparerende. Ende ten behouve van den selven Cathecismus in eijghendom accepterende drije distincte obligatien, alle sprekende ten laste vanden Lande van de Vrijen, inhoudende belofte van Lossynghe, ofte beseth op de middelen vanden selven Lande. De eerste van hondert ponden grooten Vlaems permissie wisselghelt, croisserende intrest naer advenante vanden penninck vijfentwintigh, vallende telcken dertighsten Januarij, ghelight uijt crachte van resolutie ende autherisatie, ter daete vanden eenendertighsten Januarij seventhien hondert sevenenveertigh, onderteeckent J. Wijnckelman t'metersche, ende verkent in proffitte van Joeffrauw Marie Therese de Vos, ende naer haer overlijden door s'comparante Constituanten in het geheele aenden heer overleden ghecedeert. De Tweede van drije hondert ponden grooten wisselghelt vallende telcken vierden Junij, losselick als de voorgaende sprekende ten proffite van den heer overleden, ende ter daete vanden vijfden junij seventhien hondert vijftigh, gelight uijt crachte van resolutie ende autherisatie van den seventhienden Jannuarij te voorren. Ende de derde van twee hondert ponden grooten wisselghelt, vallende telcken sesden junij, ende croisserende gelijck de voorgaende oock sprekende s'overledens proffytte, ende opden sevensten junij seventhien hondert vijftigh ghelight uyt crachte van de lest gheciteerde Resolutie Deselve drije obligatien ten passeren van desen originelick ghesien ende aenden heer acceptaris overghelevert. Dit met de verloopen t'sijdert elcx valdagh vanden jaere seventhien hondert vierenvijftigh voorewaerts, cederende ende transporterende de heeren Comparanten ten voorderen van ende ten proffijtte, mitsgaders ter acceptatie alsvooren alsulck ander reghtmaght conde ende actie als hunne Constituanten tot de voorschreven drije obligatien sijn hebbende ende aen hun soude moghen behooren. Stellende ende subrogerende den voorseijden Catechismus der Kercke van Sint Jacobs in hun volle reght, stede ende ghesagh, met belofte van de deughdelickheijt, existentie, ende onvergoldentheijt te sullen garanderen onder den verbeurde ende obligaties, als naer reghte. Gheschiedende desen opdraght cessie, ende transport ten tyteles van coope bij den heer acceptant jeghens de heeren comparanten, onderlinge ende uijtterhandt ghedaen voor ende omme het volle capitael, bedraegende ses hondert ponden grooten wisselghelt, ende de Respective achterstellinge verloopen t'sijdert elx valdagh vande jaeren seventhien hondert vierenvijftigh tot den twaelfsten novembre, beloopende tot thien ponden acht schellingen en seven grooten wisselgelt. Ende alsoo t'samen ter somme van ses hondert thien ponden acht schellingen en seven grooten, die d'heeren Comparanten in het passeren deser wel ende deughdelick bekennen ontvanghen ende gheproffyteert thebben uijt handen van den heer acceptant, in goeden ende zecker ganckbaeren ghelde, dienende oversulcx dese voor | |
[pagina 63]
| |
volle ende absoluijte quittantie met renunciatie aende exceptie van onghetelden ghelde, sonder dat het noodigh zij naermaels van andere te moeten doceren.
Hier naer volght den inhouden vanden act van procuratie bij den voorenstaenden act van transporte gereclameert. Kond zij dat wij don Bernardo Francisco de Vos ende don Vicente Antonio de Vos, inwoonders van de stadt, oomen, neve ick den voorseijden don Vicente Antonio de Vos, eenigen legitimen sone en universelen erfgenaem van don Pedro Francisco de Vos, mijnen heer vader (saligher memorie), ghedeclareert ende geinstitueert voor sulcx in het testament dat hij gemaeckt heeft voor sijn overlijden, voor den presenten notaris, den eersten dagh vande maendt Junij van het voorlede jaer seventhienhondertvijftigh. Segghen voor soovele ons kenbaer ghemaeckt hebben door brieven van het overlyden vanden heer Cornelis Hijacinte de Vos, Priester Caconingh geweest vande cathedrale Kercke van de stadt Brugghe, onsen eijghen ende natuerelycken broeder en oom, heeft ons ghesubstitueert voor sijne universele erfgenaemen in sijn testament voor syn overlijden, die hij gemaeckt heeft den veerthienden septembre ten jaere seventhienhondertnegenenveertigh aenden voornoomden Don Pedro Francisco de Vos, onsen broeder en vader, en aen mij den gemencioneerden don Bernardo Francisco de Vos verstaen hebbende al hier het overlijden. Die op ons ghesuccedeert sijn binnen de Nederlanden [in] de Staeten van Vlaenderen. En om dat'er persoonen sijn die in onse naemen souden presenteren in het sterfhuijs vanden voorseijden heer Cornelis Hijancintus De Vos te aenveerden, ghelyck wij aenveerden bij desen, de naergelaten erfachtigheijdt: wij authoriseren ende geven volmacht ende wijsen als naer reghte verheijscht mocht wesen aende genoemde heeren P. Siboons ende A. Tienvelt, canoningen van voorseijde heijlighe Kercke. President van het Bisschoppelyck Seminarie ende heer pen tentier, t'samentlyck insolidium met ghelijcke faculteijt in forma, ende namentlijck om in onse namen te verthoonen onse persoonen, ende te verschijnen voor alle heeren rechteren ende justicieren vande gemelde Stadt Brugghe. Ende aldaer te eijsschen het maecken van volcomen inventaris vande goederen vanden voornoemden heer Cornelis Hiacintus de Vos, ende dat synde ghedaen, prijsie te nemen, ende daer af te corten de pretentien ende gerechtigheden bij ons verclaert... ende betaelende aen elcken diet aengaet t'gene hun toecomme. Welcke wij voor aenghenaem houden, niet dragende misgrijp nogh beswaeringhe teghen ons. Ende waert dat'er eenighe waeren, te vervolgen de erstellinge ende verbintenisse, dat voor viele, ofte op stonde eenige twyffelinge ofte verschil met deze erfghenamen ende geinteresseerden, dien int'vriendelyck te beslissen door middel van transactie ende overcommynge op de quantiteijdt, forme ende maniere diet hun sal goet duncken, hun met hunlieden vergenoegende, door voldoeninge van het gone ons toe comt, hun te gedragen inde uytsprake van reghteren, goede mannen arbitrateurs ende vriendelycke compositeurs. Ende in het verschil vande voorseijde verdeelijnghe, volcommynghe, ende sonderlijnghe van uytstel van tijde, daerover t'arbitreren ende den tijdt te bepaelen, ons obligerende te houden ende staen voor hunne acten ende vonnissen eedelijcke verclaeringhen, onder sulcke penen als | |
[pagina 64]
| |
sij sullen goedvinden. Ende vande goederen die ons sullen sijn aengewesen ende de penningen in betaelinghe vervallen sullen, meubelen ende uijtstaende en baetelycke schulden, die t'aenveerden ende ontfangen. Soo in als buijten reghte van de persoonen, die de selve geven, ende betaelen moeten aen ieder van sijne goederen; borgen ende versekeraers te doen stellen, ghelijck sij met reght moghen doen; ende waert dat het vaste goederen waeren, die te aenveerden in onsen naeme in hun besit, die te administreren, die in rente uyt te geven ofte berenten aen sulckdanige persoonen voor sulcken tydt ende sulcken prijs als sij sullen cunnen overeencommen; ende ghequeten synde eenige renten, andere te maecken t'hunlieder goetkeuringhe, ende vaste goederen te vercoopen aende persoonen die hun tot het coopen aanbieden inde qualiteijt als sij sullen cunnen overeencommen op competente penninghen. Ende sij die uijt onsen naeme ontfangen met verclaeringhe dat het is ter juste weirde doende, aende coopers quijtschelt overgevende van die meerdere weirde, ende afstant van onse gerechtighden eijghendom. Welcke recht wij volcommentlyck afstaen ende overstellen met de geheele machtigmaeckinge ende onmachtigmaeckinge met clausulen van constitutien, verbintenissen, garrandtschappen, en contracten met cracht van exces in forma, ende meerdere verclaeringhe ende ondersprekingen, als tot bestandigheijdt van dies sal verheyscht wesen. Ende dat alles uijt craghte deser onse volle macht, bij onse voorseijde ghevolmachtighde sal wesen ghedaen ende bij hun ontfangen voor alle notarissen. Wij authoriseren mede hunne quittantien met cessie van actie aen borghe te verleenen gheschriften van transactien ende compromissen, uijtgaeven van renten ende vercoopynghen, ende van al meer instrumenten als het sal betaemen, met belofte van overleverijngh ende renunciatie aende wetten ende exceptien aen non ghetelden ghelde, ende bedrogh wegens de tweejarigen termijn ter oorsaecke ghelyck deselve inhoudt. Ende alles soo van weerden, alsof wij ons daerbij ende tegenwoordigh vindende, souden cunnen doen, van nu aenstonts t'selve, willekeuren aennemende ende goet houden ende ons verbinden te sijn ende passeren door de selve, sonder dat van noode sij t'hebben nieuwe goetkeuringhe nochte breeder ofte besonder volmacht, als die daer toe verheescht soude wesen als t'gonne voorseijt is, ende daer aan toeghevougt of daer van afhangen mogen. Wij geven die aan Dheeren P. Siboons ende A. Tienvelt met volle vrije suijver ende algemeene ondervindinghe als uijt oorsaecke dese verthoont soude kunnen worden voor de voorseijde rechteren ende justicieren vande voorseijde Stadt Brugghe... Ick, notaris vanden Coningh onsen heere, sijnde van den getaele, geve geloove van te kennen, ende hebben onderteeckent, sijnde de ghetuijghen, Don Francisco en Don Thomas Solis en Antonio Martines inwoonders deser stadt, Bernardo Francisco de Vos, en Vincento Antonio de Vos voor mij notaris Albert de Leon.
Ad lyniam staet: Den dagh vande selve daete hebbe dese copie uijt ghetrocken uijt sijn origineel ende accordeert in mijn register, aen het welcke mij remittere, om dat se souden behandigen aen de machtgevers. In teecken der waerheijdt hebbe het onderteeckent.
Albert de Leon, notaris. |
|