Biekorf. Jaargang 80
(1980)– [tijdschrift] Biekorf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 176]
| |
Claude Verdonck en de boeken van de Duinenabdij, 1578-1584In een vorige aflevering van Biekorf, blz. 139, vestigt A. Dewitte opnieuw de aandacht op de inventarissen van boeken uit het bezit van de DuinenabdijGa naar voetnoot(1). Niet iedereen kende tot nu toe de tekst van deze inventarissen: de Brugse stadsbibliothecarissen A. De Poorter (1934) en J. Vandamme (1971), die op de hoogte waren van het bestaan van de inventarissen, konden de onuitgegeven teksten niet terugvindenGa naar voetnoot(2). Ook A. Derolez heeft in 1966 de precieze bewaarplaats niet meegedeeldGa naar voetnoot(3). De auteurs van de notitie over de Duinenabdij in het Monasticon belge, eveneens verschenen in 1966, hebben echter in hun zo goed als exhausief overzicht van de bronnen en de literatuur betreffende de Duinenabdij ook niet nagelaten de te Brugge bewaarde inventarissen van 1584 te vermeldenGa naar voetnoot(4). Bij de thans gedrukte inventaris van de boeken van de Duinenabdij, die tot 9 april 1582 bij een zekere Claude Verdonck berustten, kunnen wel enkele bedenkingen worden gemaakt. In de eerste plaats is het helemaal niet waarschijnlijk dat het om handschriften gaatGa naar voetnoot(5). In de tweede plaats is het ook niet zeker dat de vermelde boeken afkomstig zijn van de Duinenabdij in Ten Bogaerde in Koksijde O.i. is het veel waarschijnlijker dat deze boeken afkomstig waren uit het Duinenhuis in de Snaggaardstraat te Brugge, waar de abt, waarschijnlijk samen met de meeste monniken van de Duinenabdij, sinds 1578 gevestigd wasGa naar voetnoot(6). De boeken uit Ten Bogaerde zijn in 1578 waarschijnlijk naar Veurne en Nieuwpoort overgebracht, waar ze zich in elk geval nog bevonden in september 1584, toen ze werden geïnventariseerdGa naar voetnoot(7). | |
[pagina 177]
| |
L. Gilliodts-van Severen heeft in een postume publikatie twee teksten bekend gemaakt onder de titel Erection de la bibliothèque publiqueGa naar voetnoot(8). Daaruit blijkt o.a. dat het Calvinistisch stadsbestuur van Brugge (1578-1584) op 10 oktober 1578 besloot alle boeken van de Brugse kloosters en kapittels te laten inventariseren. De beste boeken zouden dienen voor de inrichting van een publique librarie; de rest moest worden verkocht. Gilliodts-van Severen heeft echter nagelaten de andere daaraan onmiddellijk voorafgaande, beslissing van het stadsbestuur, eveneens gedateerd op 10 oktober 1578, te kopiëren: het besluit om een inventaris te maken van alle roerend en onroerend goed van abdijen, kloosters en kapittels te Brugge, om op basis daarvan o.a. de religieuzen een alimentatie uit te betalenGa naar voetnoot(9). Het spreekt vanzelf dat beide beslissingen in hun onderlinge samenhang moeten worden gezien. De monniken van de Duinenabdij die te Brugge verbleven, genoten een alimentatie van het Brugse stadsbestuurGa naar voetnoot(10). Toch hadden ze niet al hun bezittingen aan het stadsbestuur afgestaan: in elk geval verliet abt Laurentius van den Berghe (1580-1606) eind 1580 Brugge en vertrok naar Keulen met een belangrijke som geld, die hij uit de handen van het protestantse stadsbestuur had kunnen houdenGa naar voetnoot(11). In hetzelfde jaar had hij het Duinenhuis ontruimd en van 1 februari tot 30 september zijn intrek genomen in het Natiehuis van Biscaaie. De verspreide monniken waren toen te Brugge bij burgers ondergebrachtGa naar voetnoot(12). Op 9 april 1582 besliste het stadsbestuur dat de pensionaris François Humbelot de boucken vanden abt vanden Dunen uit het huis van Claude Verdonc, de jonghe, moest halen en die moest deponeren inde ghemeene bibliotheke der stede, die gelegen was in de H. BloedkapelGa naar voetnoot(13). Het stadsbestuur heeft dus een gedeelte van het boekenbezit, dat abt van den Berghe in 1578 niet had afgestaan, alsnog in beslag genomen en gevoegd bij | |
[pagina 178]
| |
de boeken van de nieuwe stadsbibliotheekGa naar voetnoot(14). In juni 1584, toen de katholieken opnieuw meester waren in Brugge, werden de boeken gerestitueerd. Claude Verdonck, ‘de jonghe’, was dus ons inziens geen opkoper of plunderaar van het bezit van de Duinenabdij, maar een vertrouwensman, die na het vertrek van de abt voor een aantal van diens boeken moest zorgen. Het feit dat hij in de Inventaris van 14 juni 1584 Eersaem wordt genoemd is daar een aanwijzing voor. Van Claude Verdonck ‘de jonghe’ konden wij alleen achterhalen dat hij poorter van Brugge was en in de Zilverstraat woonde. In 1578 trad hij op als borg voor zijn vader, Claude Verdonck, zoon van Pieter, buitenpoorter van Brugge en wonende te MaldegemGa naar voetnoot(15). Noël Geirnaert |
|